GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Groninger Kerkbode heeft sMarnix" et over onze verhouding tot de wereld, en beantwoordt dan de vraag, hoe we de gienslijn ebben te trekken, in dezer voege:

Hoe ons zuiver te houden van de wereld, terwijl ij ons in de wereld bewegen? Waar begint de ereld, waar eindigt haar gebied ? Wie wijst ons de zuivere grens aan?

Te allen tijde is er bij de Christenen een streven eweest om grenspaaltjes te zetten, een zekere lijn e trekken, waarover wij niet konden komen, zonder et terrein van de wereld te betreden.

Maar is dat voldoende ? is de grens iets uiterlijks ? Het gevaar van deze veruitwendiging van het hristelijk leven werd ons getoond in de Heilige chrift, in het voorbeeld van de Farizeeën.

Zij zorgden zeer voor de begrenzing naar buiten. Het was voor hen: raak niet en smaak niet en oer met aan.

Dit mag niet en dat mag niet. Zij maakten het antal geboden vele, en als zij nu binnen de grens leven, die zij zelf getrokken hadden, dan meenden IJ veilig voor de wereld te zijn en zich niet met aar te vermengen.

Maar als men kwam heerschappij van de wereld. an buiten schoonschijnend als een praalgraf, van iniien vol doodsbeenderen.

Dit nu is het wezen der huichelarij, afscheid^e^ifn*"''' "'" "^"^^ gemeenheid of valscheid te zijn

Men zegt wel, dat de huichelarij

Daartegenover verheft zich dan de .eerlijke zonaar», die rondweg voor zijn kwaad uitkomt. In de ogen van de wereld staat de laatste ver boven en huichelaar.

Het kan er naar zijn.

Een compliment brengen aan de deugd, houdt ltijd nog een erkenning van de waarde der deugd n. Maar in de «eerlijkheid» van den zondaar ligt eelal de brutaliteit van den boozen mensch, die ich in niets meer ontziet.

Het is een verder stadium, het verste stadium de boosheid.

De Farizeeën meenden dat zij oprecht waren la aar ze hadden het geestelijk leven geheel ver-ik uitwendigd.

Loopt de Christen soms geen gevaar ook in die fout te vallen?

Ook wij zoeken menigmaal een grens te trekken naar het uitwendige en als wij niet over die grens komen, dan gevoelen wij ons veilig.

Wij zeggen bijv.: de Vereld, dat is het tooneel. Of de wereld, dat is de ontheiliging van den Zondag. Dat is inzonderheid de kermis. Vooral de kermis wordt als wereld aangezien. Dan slaat de wereld haar tenten in onze dorpen op. Laat ons toch zorgen er ver van te blijven. Ik heb menschen gekend, die in kermisdagen hun kinderen opsloten. En die kinderen hadden dan de valsche voorstelling, alsof de kermis het heerlijkste is, wat de wereld biedt.

De wereld leek uit de verte zoo mooi. Terwijl zij zoo leelijk is.

Nu was dat alles, behalve die opsluiting, goed. Maar — wij liepen gevaar, om de grens van de wereld te veruitwendigen. Vandaar al ons vragen: mag de Christen dit wel doen en mag hij dat wel doen?

Zoojvraagt men thans: mag de Christen wel vliegen.

Wij trekken dan enkele lijntjes, soms o zoo bekrompen en als wij dan maar binnen de perkjes blijven, dan is het goed. Een ander, die er buiten komt, omdat hij toevallig een ander grenslijntje trok, wordt dan door ons niet zuiver gehouden. Wij zijn veilig. En dan gebeurt het, dat wij rustig ons hart geven aan den geldduivel, en dat al ons zoeken eigenlijk is bij de dingen hier beneden. D. w. z. wij zijn binnen de lijntjes, door ons getrokken, echte werelddienaars. En wij komen in de buurt van de Farizeeën, zonder dat wij het vermoeden. Nu ontgaat dit den jongen menschen, die gewaarschuwd worden, niet.

Het jonge oog, zelfs het oog van de kinderen, ziet scherp.

Het ziet, dat de Christen de wereld verre wil houden, door bijv. op zichzelf onschuldig vermaak uit zijn kringen te bannen, maar dat hij zijn naaste geen recht doet en het geld liefheeft.

Dan komt de vraag op: wat is dan toch de wereld ?

Ik zou willen zeggen: de wereld is bij dien Christen, die zijn hart geheel aan de wereld geeft. Hoevelen zouden zich op deze wijze niet hebben bedrogen en schade hebben geleden aan hunne ziel?

De vraag: wat is toch de wereld, die ik moet vlieden en waar is zij altijd, brengt ons op teeder terrein. Wij zijn niet klaar met hier en daar een gretispaaltje te zetten en een streepje te trekken.

Dit is zeker : de wereld is wat hier beneden is en waar het hart hangt alleen aan de dingen hier •beneden. Die wereld haat de dingen, die boven zijn en wil er niet van wéten.

De Christen, wiens hart bij de dingen van Gods Koninlirijk is en die niet hangt aan geen enkel ding hier beneden, die is in de wereld, maar niet van deze wereld.

De wereld ziet dat Zij verbaast zich over dezen Christen, die zoo welwillend, zoo uitnemend is in handel en wandel, maar telkens toont in alles, dat hij een hoogere wereld zoekt.

En daarom haat hem de wereld. Hij is tegen haar een levend protest.

Niet als hij schuilevinkje speelt, zooals wij zoo gaarne doen, maar wel als hij toont, wat hij belijdt Dan k'an de wereld het nimmer met hem vinden.

Hij trekt echter geen grenslijntje uitwendig. Vraagt gij hem : wat mag de Christen doen en hoever mag hij gaan, dan antwoordt hij : een Christen mag alles doen.

Hij gruwt van de vraag, hoever een Christen mag gaan.

Zij, die deze vraag doen, zijn speculanten, die geen schade willen lijden aan hun ziel, maar toch liefst zooveel mogelijk van de wereldsche vermaken willen genieten.

Hij zal antwoorden: een Christen mag zoover gaan als hij kan.

En dat is? Zoover als hij kan gaan met zijn God. Wat mag hij doen? Alles wat hij doen kan in het geloof met zijn God.

Alles? Maar is dat niet te vrijgevig? zegt een grenzentrekker.

Probeer het maar eens, vriend. O, wat zult gij u veel moeten ontzeggen. Ook zult gij u zelf moeten verloochenen. Wat zult gij u zelfs dingen moeten ontzeggen, die in zichzelf onschuldig zijn, alleen omdat gij gevaar loopt een zwakken broeder te ergeren, omdat gij een licht te verleiden vriend ver van het gevaar wilt houden.

Ja, wij zullen ons veel moeten ontzeggen, maar dit is volle vrijheid, d. w. z. in het geloof.

Mag een Christen vliegen?

Zoo vraagt men thans. O zeker, waarom niet. Als hij zijn God er mee kan dienen.

Maar als de Christen zich ernstig voor deze vraag stelt, gaat hij denkelijk niet naar de Elta.

Wij hebben de grenslijn niet naar buiten, maar aar binnen getrokken. Wij hebben een schildwacht in ons hart, die altijd waakt.

Dit snijdt allen wereldzin af.

Dit leidt tot een zeer nauw leven. Maar is dat rg ? Wij winnen geestelijk en dat zegt alles. En ovendien, wij genieten de Christelijke vrijheid vaak eer, als wij ons om haar iets ontzeggen, dan dat ij om haar iets durven doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1919

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1919

De Heraut | 2 Pagina's