GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 61

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het eerste contract

60

leiding zodra er een regeling was aangeboden ‘waarbij aan de synode van de gezamenlijke kerken behoorlijk medezeggenschap in de benoeming, eventuele schorsing of ontslag van de theologische professoren, en toezicht op het te geven onderwijs’ zou worden verleend. Deze concept-acte was echter afgewezen.124 Toen Van den Bergh ditzelfde punt in de zomer van 1889 als punt van onderhandeling inbracht, was het bovendien kort te voren in brede kring besproken. Op de jaarvergadering van de Vereniging, die op 26 en 27 juni te Dordrecht werd gehouden, stond namelijk als punt 7 geagendeerd een toespraak van Kuyper over het kerkelijk verband voor de Theologische Faculteit.125 Daarin betoogde Kuyper dat een belijdenis gewekt wordt in de kerk. Een theologische faculteit die uit wil gaan van die belijdenis, dient derhalve een verband te hebben met de kerk die die belijdenis uitspreekt. Hij stelde daarom voor ‘hulp en raad te vragen bij de vrijgemaakte kerken van 1834 en 1886.’ Daartoe had hij maar vast een motie geformuleerd, waarin hij voorstelde aan deze kerken te verzoeken 1. of deze vergaderingen van advies zouden willen dienen bij de benoeming, de schorsing of het ontslag van hoogleraren en 2. of deze vergaderingen haar goede raad of haar opmerkingen zouden willen geven, voorzover de eerste inzake het onderwijs gevraagd werd of de laatste er door werden uitgelokt.126 Deze resolutie werd met overgrote meerderheid van stemmen goedgekeurd. Met andere woorden, wat Van den Bergh begeerde, was iets wat in brede kring leefde.127 Diens overlijden was daarom geen reden voor directeuren de zaak verder te laten rusten. Ook zij hadden er alle belang bij dat het tot een samensmelting van de beide opleidingen zou komen (de geldstroom!) en beseften ongetwijfeld dat dit nooit zou lukken als er geen enkel verband zou bestaan tussen de faculteit en de kerken. Ze wendden zich daarom in een brief van 18 juni 1890 tot de synode van de Nederduitsche Gereformeerde Kerken met de uitnodiging aan de kerken om de controle over de opleiding te gaan uitoefenen. Daarbij werd verwezen naar de uitspraken van de Algemene Ledenvergadering van 1889, waarin ditzelfde verlangen kenbaar was gemaakt.128 De vergadering besloot op advies van rapporteurs Rutgers en J. Hania (alumnus van de vu) de predikanten G. van Goor en L. H. Wagenaar te benoemen tot deputaat met als opdracht te onderzoeken op welke wijze aan het gewenste verband tussen de vu en de kerken zou kunnen worden vormgegeven.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's