GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 60

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

radioactiviteit, atoomfysica, kernfysica

van a-deeltjes, die hij verstrooide aan een dun laagje materie. Op basis van deze experimenten kwam hij in 1911 tot een nieuw atoommodel, dat het atoom beschreef als een kleine positief geladen kern met daaromheen een wolk van negatief geladen elektronen. Over het karakter van deze ‘elektronenwolk’ werd een theorie ontwikkeld door de Deense fysicus Niels Bohr. Deze postuleerde dat de elektronen alleen in bepaalde stationaire banen om de kern konden draaien. Bij de overgang van de ene baan naar de andere kon een zekere hoeveelheid energie worden uitgezonden of geabsorbeerd. Met dit model konden onder andere de emissie- en absorptiespectra van het waterstofatoom worden begrepen. Met het concept van energiequanta sloot Bohr aan bij eerdere ideeën over quantisatie van straling en licht die waren ontwikkeld door Max Planck en Albert Einstein. Een meer fundamentele beschrijving van het elektronensysteem van het atoom werd uiteindelijk gevonden in de nieuwe quantummechanica die werd ontwikkeld door Werner Heisenberg (matrixmechanica, 1925) en Erwin Schrödinger (golfmechanica, 1926). De quantummechanische theorie over de bouw van het atoom kwam dus pas tijdens Sizoo’s studie en promotie in Leiden tot stand. Nadat het atoommodel van Rutherford-Bohr was geaccepteerd, begon ook de speculatie over de bouw van de kern. Het was gebleken dat de radioactieve straling uit de kern van het atoom afkomstig moest zijn. Aanvankelijk werd aangenomen dat de kern was opgebouwd uit de twee toen bekende fundamentele deeltjes: het proton en het elektron. In zijn oratie uit 1930 beschreef Sizoo de kern van uranium nog met dit proton-elektron-model: ‘Daar de Uraankern 238 maal zoo zwaar is als de waterstofkernen moet zij ook 238 protonen bevatten. De totale lading van de kern bedraagt echter slechts 92 elementaire eenheden positieve electriciteit. Dan moeten er dus bovendien nog 146 negatieve electronen aanwezig zijn.’42 Toen er in 1933 van de hand van Sizoo een boek verscheen over radioactiviteit, ging hij op pagina 7 ook nog uit van de idee dat alle materie is opgebouwd uit protonen en elektronen.43 Hij plaatste daar echter ook de kanttekening bij dat het model nog veel vragen onbeantwoord liet, zoals blijkt uit het volgende citaat: ‘Een heliumkern bestaat dus uit een combinatie van vier protonen en twee electronen. Op welke wijze zijn deze zes deeltjes ten opzichte van elkaar gegroepeerd, of hoe bewegen zij zich ten opzichte van elkaar? Op deze vragen is het ant-

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's