125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 293
de binding aan de belijdenis
292
onttrekken. Dat daarbij ook onderlinge spanningen en – soms ernstig – verschil van mening aan de dag treden, moet ons op zichzelf niet al te zeer verbazen, wanneer wij letten op al de vragen, waarvoor de kerken in het algemeen en haar leden afzonderlijk in allerlei opzicht zich gesteld zien en wanneer wij ons bewust zijn, dat wij allen slechts ten dele kennen en ten dele profeteren. Dit noopt ons allen tegenover elkander tot bescheidenheid en matiging in het oordeel, ook als wij van elkander van inzicht menen te moeten verschillen.
Hoewel het nergens vermeld staat, weten ooggetuigen te vertellen dat de synode in deze jaren geteisterd werd door een grote angst voor scheuring.108 Van die angst getuigt ook bovenstaande uitlating van de synode. Men wilde per se geen scheuring. Het zou de derde scheuring binnen tachtig jaar zijn! Tegelijkertijd echter volgen op de geciteerde passage nog enkele regels die de indruk wekken van een evenwichtsoefening. De synode besloot namelijk positie te kiezen ‘zowel tegen een formalistische hantering van de belijdenis, als ook tegentendenzen, die de belijdenis zodanig relativeren dat de deur wordt geopend voor leervrijheid’. En met deze zorgen en voornemens in het achterhoofd boog de vergadering zich de volgende dag, 5 november, over de bezwaarschriften inzake Kuitert.109 De vergadering concludeerde dat de ontkenning van de historiciteit van de zondeval door Kuitert niet in overeenstemming was met de uitspraak betreffende ‘Assen’, maar dat tevens was gebleken dat Kuitert ter synode niet alleen stond. Bovendien had men geconstateerd dat ‘alle leden van de synode vasthouden aan het belijden, dat God de mens goed geschapen heeft tot de liefdesgemeenschap met Hem, maar dat de mens in moedwillige ongehoorzaamheid geweigerd heeft en weigert in deze gemeenschap te leven, dat heel de mensheid van God is vervreemd, aan de slavernij der zonde is vervallen, en slechts gered kan worden door Gods genadig ingrijpen’. Daarom meende de synode dat de ‘eenheid van het kerkelijk belijden niet op zodanige wijze in geding moet worden geacht, dat daarover thans nadere beslissingen zouden moeten worden genomen’. Ze stelde voor het gesprek voort te zetten.110 Dit alles geeft aan de uitspraken van de Synode van Sneek een wat halfslachtig karakter. Het is duidelijk dat men erg ver wilde gaan om
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 292
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's