GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 30

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

christelijke wetenschap

tegenwoordige beoefenaren in conflict’.19 De betekenis van het geloof voor de wetenschap werd door Bavinck als volgt omschreven: Nauwkeurig gesproken, is de naam van Christelijke wetenschap dan ook een verkorte uitdrukking. Wetenschap als zoodanig is, wijl uit de schepping opkomende, niet Christelijk of onchristelijk; wetenschap heeft haar maatstaf in de waarheid. [...] Maar omdat er in de wetenschap, evenals overal elders, zooveel schijn en namaak is, schonk God ons in zijne openbaring een gids en een wegwijzer, die bij de beoefening der wetenschap onze schreden richt en ons voor afdwaling behoedt. Christelijke wetenschap is dus zulk eene wetenschap die bij het licht dier openbaring alle dingen onderzoekt en ze daarom ziet, gelijk zij waarlijk, in hun wezen zijn.20

beginselen en de natuurwetenschap Ondanks het feit dat er in de eerste halve eeuw nog geen eigen natuurwetenschappelijk onderzoek werd gedaan, werd er aan de vu wel inhoudelijk nagedacht over natuurwetenschappelijke onderwerpen. Immers, juist de natuurwetenschap had een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de naturalistische wereldbeschouwing, waartegen men een dam wilde opwerpen. De bezinning resulteerde in verschillende publicaties en lezingen.21 De ideeën die daarin werden gepropageerd vormden het kader waarbinnen de eerste hoogleraren aan de wis- en natuurkundige faculteit hun werk aanvingen. Naast de geschriften van Kuyper en Bavinck, zijn vooral de publicaties van J. Woltjer van belang, een classicus met bijzondere belangstelling voor de methodes en resultaten van de natuurwetenschappen.22 In onderstaande korte schets van hun ideeën staat de vraag centraal hoe het ideaal van christelijke wetenschap in verband werd gebracht met de natuurwetenschap en hoe er werd gedacht over de relatie tussen de ‘gereformeerde beginselen’ en de resultaten van de natuurwetenschap. Uit Kuypers geschriften blijkt dat hij oog had voor het eigen, empirische karakter van de natuurwetenschap. Hij was van mening dat bij de waarneming, en ook bij het formuleren van wetmatigheden, de beginselen nog niet in het geding hoefden te zijn. Op verschillende plaatsen kwam Kuyper te spreken over de wetenschapsbeoefening aan de ‘na-

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's