GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 300

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 300

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de kwestie-wiersinga

den: formeel hadden de deputaten geen enkele grond voor protest. De dissertaties vielen buiten hun ‘rechtsgebied’. In de vierde plaats, en daar wilden deputaten het vooral over hebben, is er de vraag of er geen verantwoordelijkheid ligt bij de hoogleraren als predikanten in algemene dienst. Deputaten hadden zich voorgenomen, zo meldden ze de synode, hierover nog eens met de faculteit in gesprek te treden. Of dit laatste gebeurd is, heb ik niet kunnen achterhalen.21 Ik vermoed dat het niet aan de orde is gekomen omdat dit in formeel opzicht zo’n ingewikkeld punt is. De hoogleraren waren als werknemer in dienst van de universiteit. Dat ze ook nog predikant in algemene dienst waren, was voor de universiteit op zichzelf genomen niet van belang. Deputaten raakten wel een punt, maar een formeel handvat ontbrak, zo zou ik dit willen omschrijven. Voor de vu – daar komt dit alles op neer – was er geen kwestie-Wiersinga, alleen voor de kerken. Dat het de naam van de vu in den lande geen goed heeft gedaan, werd boven reeds verwoord. Ook de verhouding tussen deputaten en faculteit kwam daardoor onder druk te staan. Zeer waarschijnlijk ligt er een verband met de bezwaarschriften die in de loop van de volgende jaren tegen Baarda en Kuitert werden ingediend. Het was alsof het proefschrift van Wiersinga de deur open zette voor een stroom van verontwaardiging en onmacht over alle veranderingen die zich in de Gereformeerde Kerken voltrokken.

privaatdocenten aan de faculteit der godgeleerdheid? Begin april 1971 ontvingen directeuren twee verzoeken betreffende een privaatdocentschap aan de Faculteit der Godgeleerdheid. Het ene verzoek was afkomstig van dr. M. J. Arntzen, die dogmatiek en dogmengeschiedenis wilde doceren, het andere van dr. J. Schelhaas Hzn, die onderwijs in de exegese, canoniek en hermeneutiek wilde geven.22 Hoewel beiden in hun verzoek melding maakten van de op hen uitgeoefende aandrang, dienden zij hun verzoek in à titre personnel. Zeer waarschijnlijk werden ze gesteund door de kring rond Waarheid en Eenheid, maar bij mijn weten had die steun geen formeel karakter.23 Directeuren vroegen advies aan curatoren, die op hun beurt de faculteit verzochten met een advies te komen.24 De faculteitsraad, vrucht

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 299

299

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 300

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's