GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 60

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de relatie tot de nederlandsche hervormde kerk

Na die tijd werden er door Houtzagers geen officiële brieven meer aan de vu-instanties verzonden, hij ging voorlopig zijn eigen weg. De eerstvolgende brief was van 23 oktober 1885.119 Daarin vroeg hij een bewijs van goed gedrag aan dat hij nodig had om ‘kerkelijk examen’ te doen. De faculteit wilde dat wel geven. Hoedemaker liet aantekenen dat hij deze kwalificatie voor rekening van Houtzagers liet, vandaar ook de aanhalingstekens in de door hem opgemaakte notulen.120 De volgende dag kwam hij er in een schrijven aan een van de collegae op terug.121 Bij nader inzien had hij overwegende bezwaren tegen het afgeven van het getuigschrift. Hij had zich wel gerealiseerd ‘welk beginsel’ dit verzoek involveerde, maar had gemeend zijn positie te kunnen handhaven zonder daarbij in conflict te geraken. ‘Hierin heb ik verkeerd gezien’. ‘De kerk, onze stichting, ons land en volk wordt op een weg geleid die niet goed, niet naar het Woord is en ofschoon ik zeer goed weet welke praktische conclusie hieruit voor mij moet voortvloeien, wensch ik daaraan zelfs niet door onthouding of wat ook debet te worden’. Dit was duidelijke taal. Hoedemaker wilde op de zaak terugkomen. Maar omdat ik geen notulen heb kunnen vinden van de gevraagde extra vergadering, neem ik aan dat het getuigschrift al de deur uit was en dat Hoedemakers ‘berouw’ dus te laat kwam. Het laat zien hoe de spanning bij hem toenam. Het dilemma dat hij reeds bij zijn benoeming gevoelde, begon hem steeds zwaarder te vallen. De spanning werd bijna ondraaglijk. Maar pas toen in 1887 een nieuwe kerkelijke organisatie werd gesmeed, was het breekpunt bereikt. Per 1 januari 1888 legde hij zijn ambt als hoogleraar aan de Vrije Universiteit neer.

het eerste contract Van den Bergh had de wens te kennen gegeven dat er een formeel verband gelegd zou worden tussen de kerken en de Faculteit der Godgeleerdheid.122 Daarmee raakte hij aan een oud thema: moesten er geen afspraken tussen kerk en faculteit worden gemaakt?123 Dit thema had ook een rol gespeeld bij de onderhandelingen over de vereniging in januari 1889, toen de ‘concept-Acte van Ineensmelting’ aan de orde was. Daarin was namelijk bepaald dat de School te Amsterdam gevestigd zou worden en uitsluitend zou dienen voor de praktische op-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 59

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's