GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 70

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

69 instantie den juridischen wil zijn karakter opdrukt en hem in de relatie der toerekening tot de rechtsnorm stelt 3). Wanneer de sociologische richting in de staatsleer rechtsinstituten als staat, gemeente, provincie, vereeniging, in louter sociologische betrekkingen wil oplossen, dan zondigt zij ongetwijfeld tegen de souvereiniteit in eigen kring en moet zich noodwendig in antinomieën verstrikken. Maar däthet reè ht in ruime mate op sociale substr aten rust en een geheele sfeer van sociologische analogieën kan aanwijzen, buiten welke staats-, gemeente- en provincieverband eenvoudig juridisch niet te benaderen zijn, is buiten twijfel verheven. Het privaatrechtelijk onderscheid b.v. tusschen vereeniging en maatschap rust ongetwijfeld op een sociologisch substraat 4). Maar het blijft ter laatste instantie de rechtsmodaliteit, die het juridisch karakter van al deze verbanden bepaalt. Wanneer de sociologische staatsleer het rechtsgezag der overheid in een sociologisch Herrschafts- of machtsbeg rip omduidt, dan zondigt zij ongetwijfeld tegen de souvereiniteit in eigen kring en moet zich noodwendig in antinomieën verstrikken. Maar dat het overheidsgezag op een sociologisch machtssubstraat berust en dus in de sociologische analogieën des rechts ligt, laat zich niet betwijfelen. Alleen maar, het overheidsgezag is geen sociologische macht en laa t zich ook niet begrijpen als een precaire ongefundeerde relatie tusschen sociolog ische macht en ethische taak, doch het is het recht zelve, waarin tenslotte het gezag gefundeerd is. Zulks moet ook tegen Lohman's gezagsleer worden opgemerkt. En zoo kunnen wij doorgaan. Wij kunnen wijzen op de ethische anticipaties en psychologische analogieën in den rechtskring, zonder welke de schuldvormen en de z.g. verzwarende omstandigheden in het strafrecht niet wel te onderscheiden zijn. Alleen maar, het blijft ter laatste instantie het recht zelve, dat in zijn souvereinen kring aan de schuldvormen hun juridisch karakter opdrukt. Zoo dient ook met name te worden gewezen op de belangrijke functie der economische analogieën in 't recht, die op het substraat van den economischen wetskring rusten. Het geheele vermogensrecht en handelsrecht alsmede tal van andere onderdeelen van het positieve recht liggen in deze analogieën. Begrippen als: " vergoeding van schade en interessen", "vruchten van een zaak", "woeker", etc. zijn zonder appèl op den economischen wetskring juridisch niet te benaderen. En toch ook hier blijft het het recht, dat ter laatste instantie aan deze begrippen in den rechtskring hun eigenaardig karakter opdrukt.

* * *

Een enkel woord zij hier gewijd aan het beruchte probleem van de verhouding tusschen vorm en inhoud in het recht. Wij kunnen nimmer meCde normlogische school van Kelsen den inhoud des rechts als het doel van het recht buiten de "reine Rechtslehre" sluiten. Vorm en inhoud

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's