Het afbeelden in de wiskunde - pagina 10
Openbare les gehouden bij de aanvaarding van het lectoraat in de wiskunde en de elementaire sterrekunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
9
letten op de tusschenstanden, die worden ingenomen, dat beide afbeeldingen het begin en het eind vormen van een continue reeks van gelijksoortige. Vervangen van alle punten van het boloppervlak door hun tegenpunten, geeft een derde eenduidige continue zelfafbeelding d a a r v a n , die niet continu uit de eerste is te ver krijgen, d a a r ze a n d e r s d a n deze den omloopszin van kleine cirkels op het boloppervlak omkeert. S t a p p e n wij
van dit speciale geval, w a a r i n
bovendien eeneenduidig
en o m k e e r b a a r
continu
de
afbeeldingen
of
topologisch
zijn af en beschouwen wij weer algemeen eenduidig continue, dan kan tusschen twee d a a r v a n ook een continue reeks van
afbeel
dingen bestaan. Wij zeggen nu, dat de eerste in de tweede h o m o toop is te deformeeren. O p het feit, d a t deze eigenschap zoowel reflexief als transitief is, berust de mogelijkheid alle eenduidige continue afbeeldingen
van een willekeurig complex op
of in een a n d e r te verdeelen in klassen, de z o o g e n a a m d e dingsklassen, die elk uitsluitend h o m o t o o p in elkaar
zichzelf afbeel
deformeer-
b a r e afbeeldingen bevatten. Uit ons voorbeeld bleek, dat de w e n telingen en spiegelingen van een boloppervlak verschillende afbeeldingsklassen
in
zichzelf,
tot
moeten w o r d e n gerekend, hoewel
beide afbeeldingen topologisch zijn. Terwijl er hier niet meer dan deze twee zijn heeft men op het ringoppervlak zelfs oneindig vele klassen van topologische
zelfafbeeldingen.
Gekomen aan het einde van de behandeling van enkele mogelijke indeelingen der afbeeldingen, deden
in wezen
stellen wij vast, d a t hetgeen
wij
niet a n d e r s w a s , dan het definieeren van deel
verzamelingen binnen de verzameling van alle afbeeldingen. D e z e opmerking doet uitkomen, d a t er ook verzamelingen bestaan met afbeeldingen
als elementen, w a a r u i t voortvloeit,
dat bij een of
andere afbeelding het beeld van een punt een afbeelding kan wezen. Elke verschuiving van een euclidische rechte lijn in zichzelf is te beschouwen
als een zelfafbeelding
der rechte. Een
willekeurig
e x e m p l a a r van de oneindige verzameling dezer afbeeldingen b e p a a l d door het punt, w a a r i n een vast punt w o r d t
is
afgebeeld.
Met ieder p u n t der rechte s t a a t hierdoor een afbeelding der ver zameling in correspondentie, en derhalve worden de punten
der
rechte eenduidig afgebeeld op de verzameling aller verschuivingen. Bij de afleiding van het begrip gelijkmachtigheid van twee ver zamelingen, hebben wij medegedeeld, w a t onder het product van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1938
Inaugurele redes | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1938
Inaugurele redes | 22 Pagina's