Jaarboek 1935 - pagina 20

18

bekend was dat Prof. Kuyper den 70-jarigen leeftijd bereikte, toch moest het ontroering wekken, dat ook dit hd van de oude garde zich tot heengaan gereed maakte; het moge tot dankbaarheid stemmen, dat Prof. K., niettegenstaande zijn emeriaat hem verleend werd, kracht vond om het geven zijner lessen in 1934 nog te blijven voortzet:ten. De geregelde gang der lessen kon ongestoord dit jaar voortgaan, en in den kring der hoogleeraren kwam naar het uiterlijk nog geen verandering. Op uitnoodiging van de stichting „Het Calvijnfonds" werd Prof. Dr. G. Besselaar, bijzonder hoogleeraar aan de Stedelijke Universiteit bereid gevonden om voor de studenten onzer Universiteit een tweetal voordrachten te houden; de eerste over Wetenschappelijk leven in Zuid-Afrika van Gereformeerd standpunt uit bezien; de tweede over de beteekenis van de Zuid-Afrikaansohe nationaliteit voor de ontwikkeling van het Calvinisme. In de Commissie van Toezicht op het geldelijk beheer werd benoemd Mr. A. C. G. van Proosdij in de plaats van den heer Mr. C. van Rij, die aan de beurt was van aftreden. De verzorging van de geldelijke belangen der Vereeniging was ook in het jaar 1934 voor Directeuren een voorwerp van voortdurende zorg; maar aan medewerking bij hun pogen om de moeilijkheden het hoofd te bieden, heeft het waarlijk niet ontbroken; niet alleen dat bij het zoeken naar den weg om de uitgaven voor de bij het onderwijs noodzakelijke leermiddelen zoo laag mogelijk te houden, de medewerking der betrokken hoogleeraren werd ondervonden, alle hoogleeraren toonden hunne bereidwilligheid tot het steunen van de pogingen om de begrooting sluitend te maken, door ook dit jaar tezamen voor een bedrag van ongeveer ƒ 10.000.— een nieuwe korting op hun salarissen toe te staan. Regenten van de van Coeverden Adriani-Stichting werkten ook dit jaar krachtig mee; door schenkingen en legaten werd van degenen die instemden met het beginsel onzer Universiteit ook weder steun ontvangen; van Studenten, van jongemannen in hunne Vereenigingen, werd ook dit jaar krachtige steun ondervonden. Het is geen kleine zaak, dat het leger van correspondenten en propagandisten aangroeide tot een getal van ruim twee duizend personen. Aan al de medewerkers, correspondenten en leden van plaatselijke commissies en aan de Provinciale Comité's, welke door hun leiding dien arbeid bevorderden en sterkten, worde hier voor hunne toewijding dank betuigd. Teneinde, als 't mogelijk was, geen enkel middel over het hoofd te zien, waardoor vermeerdering der inkomsten zou kunnen worden verkregen, benoemden Directeuren een zoogenaamde Commissie tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen