1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24

16 het kind eerst op de hoofdmomenten; pas bij het oudere kind wordt ook op de tusschenperioden gelet. Behalve de fragmentaire teekeningen en de „erzahlende", die ik momentteekeningen zoude willen noemen, omdat zij elk een bepaald moment van de geschiedenis illustreeren, onderscheidt Levinstein, ten deze Wickhoff volgend, ,,kontinuierenden Bilder", continucele, voortgezette, aaneengeschakelde teekeningen, waarin, in één teekening, onder herhaling van de voor te stellen personen of objecten, de hoofdmomenten aaneengeschakeld zijn weergegeven, een wijze van voorstelling, welke op schilderijen uit de middeleeuwen en van vroegeren datum meermalen is gevolgd, terwijl thans aan de teekening of schilderij de eisch wordt gesteld, dat zij een eenheid van handeling voorstelle, op één gegeven oogenblik, en van uit één bepaald gezichtspunt bezien. Als 4de groep memoreert Levinstein de „Stimmungsbilder", waarvan de strekking minder is een zekere handeling te laten zien, dan wel om den indruk weer te geven, welke de geschiedenis op den auteur heeft gemaakt. Van hoeveel waarde deze groepeering ook moge zijn — of Levinstein al de illustraties van geschiedenissen zonder dwang in één der verschillende groepen kon onderbrengen, blijkt niet — toch kan bezwaarlijk van een voor ons doel bevredigende indeeling gesproken worden; zij is slechts van toepassing op de illustraties van verhalen en niet op die teekeningen, welke toch de groote meerderheid vormen, en een ieit of toestand op één gegeven oogenblik weergeven. Op het boek van Levinstein volgde schier onmiddelijk het prachtwerk van Kerschensteiner. Als Schulrath te München heeft hij, ten einde na te gaan, welke de normale ontwikkeling van het teekentalent is en welke wijziging in het teekenonderwijs te München behoorde te worden aangebracht, tal van kinderen teekeningen lateu maken, o.a. van menschen, dieren, planten en van andere objecten. Ook liet hij een sneeuwballengevecht schetsen en bepaalde voorwerpen versieren; hij verkreeg op die wijze een collectie van niet minder dan 500.000 teekeningen, welke uitteraard in staat moest stellen op menig belangrijke vraag het antwoord te geven. Kerschensteiner onderscheidt, althans bij de teekeningen van menschen, dieren en planten, vier „Stufen", 4 ontwikkelingsgraden in de graphische uit-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen