1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 40

32

aannemelijk door de verklaring, die hij van de ontwikkeling gaf. Neemt men daarbij in aanmerking, dat Darwins causaal mechanische verklaring zeer welkom moest zijn aan velen zijner materialistische tijdgenooten, die liet bij voorkeur zonder God stelden, dan is het te begrijpen, dat hij spoedig medestanders vond, die zijne theorie consequent doorvoerden. Aan den anderen kant gevoelt men ook, dat in de kringen, waar men in ernst geloofde aan eene schepping der organische wereld,zooals ons die in Genesis verhaald wordt, Darwin sterke bestrijding moest vinden. Het kon niet anders of deze leer, waarbij de harmonie der schepping aan het toeval, aan bloot mechanische factoren werd toegeschreven en de onderhouding door God geheel werd vervangen door de werking van een stel natuurwetten, kon geene genade in hunne oogen vinden. Het sterkst kwam dit uit, toen duidelijk bleek, dat Darwin in zijne leer der gemeenschappelijke afstamming voor den mensch zelf ook geene uitzondering maakte. Dat ging zelfs velen, die tegen de evolutionistische ontwikkeling der andere levende wezens geen" bezwaar hadden, te ver. In zijn „Origin" had Darwin het ontstaan der soorten in het algemeen besproken en niet over de afstamming van bepaalde soorten gesproken, maar in 1871 publiceert hij zijn „Descent of Man". Opdat men hem niet zal verwijten, dat liij zijne meening verbergt, spreekt hij het uit, hoe de „Origin" ook licht kan werpen op het ontstaan van den mensch en zijne geschiedenis. Tusschen deze leer van de dierlijke afstamming van den mensch en de christelijke leer was van geen vergelijk sprake, ook niet voor velen, die het anders met het Bijbelsche scheppingsverhaal niet zoo nauw namen. De evolutiedenkbeelden ontwikkelden zich en gaven leiding aan het onderzoek op natuurwetenschappelijk gebied. De resultaten op het gebied van systematiek en morphologie, anatomie en embryologie, physiologie en palaeontologie werden van uit een gemeenschappelijk uitgangspunt beschouwd. De evolutiegedachte bracht eenheid in het materiaal, dat door détailstudie in de verschillende vakken verkregen was. Was reeds hierdoor de invloed der Evolutieleer enorm, sterk nam deze toe, toen ook het rijke menschelijk leven door mechanische factoren moest verklaard worden. Alle geestelijke weten-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen