GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 130

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

122 dit neemt de anaemische toestand, de dyspnoe van haar cellen, waar als ongeluksgevoel; zoo als de hyperaemie, de aspnoe, waargenomen wordt als geluksgevoel. Dit geluksgevoel bemerken wi.] bij onze geestelijke arbeid. ïusschen waarneming en affect bestaat slechts een quantitatief onderscheid, het aantal van de getroffen zenuwen, of wel in actiezijnde cellen, doet het affect ontstaan. Dat er slechts een quantitatief verschil is tusschen waarneming en affekt, meent M. te bewijzen door het volgende voorbeeld : doopen we den vinger in warm water van 40" R.: zoo nemen we een zekere warmte waar, steken we echter de geheele onderarm er in, dan schijnt het water ons nog warmer toe^ steken we bovenarm en schouder er nog bij in, dan komt een affckt in de plaats van het warmtegcvoel, we krijgen n.l. pijn. Het onderscheid in warmtegcvoel en aöekt is hier dus evenredig aan het quantitatieve verschil tusschen het aantal der geprikkelde zenuwen. Zoo berust het ontstaan van een affect dus op het aantal associaties, die met de waarneming verbonden zijn. De aard van het affect, het geluksgevoel of het ongeluksgevoel, hangt af van de betrekking der associaties tot de functioneele hyperaemie. De aanblik van een vriend, zegt Mcynert, geeft ons daarom vreugde, omdat nu alle elementen, die omtrent hem herinneringsbeelden herbergen, in actie komen; zijn dood geeft ons treurigheid, omdat die associaties nu geen object meer hebben, hier treedt op remming van functie ; met een vijand is het juist omgekeerd, daar zijn dood tegenstand op heft, en zoodoende functie versterkt. Wij spraken daar van waarneming, van zelf komen we, als we ons hiermee bezig houden aan de functie der subcorticale organen. [n de eerste plaats /egt Meynert, dat de schorsbeolden niets van de waarneming zelf hebben, zij bevatten slechts de verhoudingen, de betrekkingen van de waarnemingen onderling. De gewaarwordingsprikkel brengt bepaalde subcorticale centra in actie, nu komt de prikkel in de cortex en associaties komen tot stand. Doch niet alle komen tot ons bewustzijn, niet alle overschrijden den bewustzijnsdrempel. Dit hangt af van de intensiteit van de prikkelingsphase

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 130

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's