GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 40

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32

gegeven plant hare magische reputatie te danken had. Het treft soms, dat eenzelfde plant ten tijde der oude Romeinen, in den tijd der oude Germanen en in den tegenwoordigen tijd nog eene plaats inneemt onder de tooverkruiden. Dit kan het gevolg zijn van eene in het oog loopende eigenaardigheid der plant (b.v als de wortel eenigszins den vorm heeft van een mannetje) of de Germanen kunnen het overgenomen hebben van de Romeinen. Zoo schijnt de Mandragoravereering uit het oosten afkomstig te zijn en over Griekenland en Italië naar Europa gekomen te zijn in landen, waar de Mandragora niet groeide, maar door andere planten met een overeenkomstigen wortel werd vervangen. De waarde der tooverkruiden was voor een groot deel afhankelijk van de wijze, waarop ze gegraven werden. Hierbij moesten verschillende voorschriften in acht genomen worden, zou de plant werkelijk eene wonderdadige kracht bezitten en eene afwijking der voorschriften leverde somtijds gevaar op voor den graver. Allereerst konden de planten slechts op een bepaald uur en een bepaalden dag verkregen worden. Meestal kwam in aanmerking de tijd vlak vóór zonsopgang of na zonsondergang, ook wel het middernachtelijk uur. Reeds Plinius schrijft: „Herba quacunque a rivis aut fluminibus ante soils ortuni collecta, ita ut nemo colligentem videat", (24, 19) en „praecipiunt aliqui effossuris fanagallida) ante soils ortum priusquamquidquam aliud loquantur, ter salutare eam, tum sublatam exprimere, ita praecipuas esse vires etc." (25, 13); en „radicem (pistolochiae) ante soils ortum erutam invoivunt lana" (20, 4), en van verbenaca wordt gezegd, dat er moet gegraven „circa canis ortum, ita ut ne luna aut sol conspiciat" (25, 9). Shakespeare laat zijne heksen gebruiken: „Root of hemlock digg'd i'the dark" en „slips of yew Sliver'd in the moon's eclipse." (Macbeth, IV, 1). Evenzoo laat hij den Franciscaner in „Romeo and Juliet" (II, 3) kruiden verzamelen in den vroegen morgen: Now, ere the sun advance his burning eye. The day to cheer and night's dank dew to dry, I must up-fill this osier cage of ours With baleful weeds and precious-juiced flowers."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1911

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1911

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's