1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30

22

siteiten van gewaarwording en prikkel. Slechts de ervaring kan hier tot zekere hoogte zekerheid verschaffen, maar toch blijven hier allerlei bedenkingen bestaan, die van groot belang geacht moeten worden. Bij de verschillende onderzoekingen, die gedaan zijn om de geldigheid van de wet van WEBER aan de ervaring te toetsen, heeft men van allerlei methoden gebruik gemaakt. Het blijkt echter, dat het zeer moeilijk is de resultaten van deze onderzoekingen met elkander te vergelijken. Meestal moet men rekening houden met allerlei nevenomstandigheden, die grooten invloed op de resultaten kunnen uitoefenen. De moeilijkheid is hier des te grooter, omdat men deze omstandigheden niet altijd in zijne macht heeft; soms zijn zij zelfs niet eens voldoende bekend. Men kan b. v. niet altijd voldoende oordeelen over den graad van opmeikzaamheid en van oefening bij den proefpersoon ; ook weet men niet altijd, welke nerveuze dispositie op een bepaald oogenblik aanwezig is en kan men niet beoordeelen in hoeverre men rekening heeft te houden met zekere vermoeidheid van de betrokken zintuigen. Er zijn dus verschillende factoren, waarmede men rekening moet houden, indien men moet beslissen of eene gewaarwording even sterk, sterker of zwakker is dan eene andere gewaarwording. En waar deze factoren slechts ten deele bekend zijn, daar kan het niet anders, of de maatstaf, dien men voor zijne beoordeeling zal gebruiken, moet vaak zeer verschillend zijn. Terwijl men bij de begrippen van tijd en ruimte meer met objectieve gegevens te doen heeft, moet men bij het meten van gewaarwordingen met allerlei omstandigheden rekening houden, die moeilijk onder cijfers te brengen zijn. Men zou de gewaarwordingen kunnen meten, door de sterkte van hunne werkingen evenals men de krachten meet door de bewegingen. Toch trekt het de aandacht, dat reeds onder gewone omstandigheden de gewaarwording zeer verschillende werkingen kan uitoefenen en lust en onlust daarbij zeer ver uit elkander loopen. Opmerkelijk is, dat de lagere zintuigen zich in dit opzicht geheel anders gedragen dan de hoogere. De gewaarwordingen van den tastzin, den reuk en den smaak werken in dit opzicht veel krachtiger dan de gewaarwordingen van oor en oog, zoodat men moeilijk een exacten maatstaf kan aanleggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen