GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 100

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

92

U ziet dus dat al die aandoeningen, waarvoor in den laatsten tijd juist de nieuwmodische schoolarts met schoolzuster en schoolpolikliniek te hulp geroepen wordt, met de school rechtstreeks weinig te maken hebben. Bovendien slijten vele daarvan gaandeweg vanzelf, naarmate het schoolkind ouder wordt. Wat de tweede groep aangaat, erkent hij, dat skoliose veel bij schoolkinderen voorkomt, maar hij betwijfelt of die zijdelingsche afwijking van de wervelkolom alleen aan de school moet toegeschreven worden ; ook de huiselijke omstandigheden hebben grooten invloed ; en hij doet de merkwaardige mededeeling, dat in Nieuw-Zeeland de skoliose bij de schooljeugd geheel ontbreekt, hoewel de hygiënische verhoudingen op de school ginds veel ongunstiger zijn dan bij ons. Niettemin, acht hij het plicht, om op school er voor te waken. Wat de bijziendheid betreft, wordt opgemerkt, dat nog steeds niet vaststaat, welk aandeel de school aan haar ontstaan heeft; niettegenstaande dit verband voor HERMAN COHN indertijd juist de aanleiding was, om voor de stelling van in schoolartsen te pleiten, en dit onderwerp naderhand van alle kanten is bestudeerd geworden. Vast staat, dat een groot procent, tot 30 7o toe, van de schoolkinderen reeds met brekings-afwijkingen op de school komen. Prof. ScHLESiNGER komt echter na een uitvoerig onderzoek tot het besluit, dat normale oogen door den schoolarbeid slechts zelden benadeeld worden. Tijdige correctie vóór de komst op school, hygiënische inrichting van de school en ruime ontwikkeling van sport zijn volgens hem dan ook de aangewezen middelen tot bestrijding. Ten aanzien van infectieziekten, begint hij met de erkenning, dat het moeielijk is om cijfers te geven, die den invloed van de school uitdrukken; omdat zoovele andere factoren meespreken; namelijk het verkeer in huis en op straat. Van meer beteekenis acht hij het, dat de infectieziekten van de school naar het gezin worden overgebracht, en wel naar de jongste leden, dat zijn de minst resistente jonge kinderen. Dit geldt vooral van mazelen. In het optreden van de kinderziekten is voorts altijd een periodieke schommeling waar te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 100

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's