GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

63 mensch." En daarom verliet HEINROTH de aloude christelijke opvatting, die leert, dat een mensch bestaat uit twee substanties, lichaam en ziel, welke op een onbekende wijze op elkaar inwerken en innig met elkaar verbonden zijn. ^) Terwijl hij die beschouwing als een verouderd standpunt brandmerkt, gaat hij mee met wijsgeeren, die het christendom op velerlei wijze hebben bestreden. HEINROTH is een pantheïstische beschouwing omtrent het wezen der ziel toegedaan en sluit zich aan bij SPINOZA, FICHTE, SCHELLING en HEGEL. „In al hun schakeeringen loochenen deze de zelfstandigheid der ziel tegenover het lichaam. Het individueele leven openbaart zich in twee vormen van denken en uitgebreidheid, van ziel en lichaam, van geest en stof"."') HEINROTH hinkt op twee gedachten. De lijn, waarlangs zijn philosophische beschouwingen omtrent het wezen van den mensch hem leiden, is hij niet consequent gevolgd. Men krijgt den indruk, dat zijn monistische opvattingen in dezen alleen dienen ter oplossing van het groote probleem dier dagen, wat het eerste krank is bij een psychose, de psyche of het soma. „Van ons standpunt bezien houdt immers die vraag op te bestaan", zegt hij in zijn Lehrbuch. Alleen in verband met dit probleem spreekt hij in zijn psychiatrische werken over zijn monisme. Zijn monisme is bovendien slechts schijn-monisme. Trouwens vele monisten onzer dagen rekenen de opvattingen van een SPINOZA, KANT e.a. — en dus ook van HEINROTH — niet tot de echte monistische; Z I E H E N ^ ) spreekt van. schijnmonistische speculaties, wanneer SPINOZA het materieele en het psychische beschouwt als attributen van één substantie (deus sive natura). In anderen zin echter zou ik HEINROTH'S monisme een schijnmonisme willen noemen, en wel, omdat hij zijn opvattingen omtrent Iret wezen der psychose bouwt op trichotomistische beschouwingen, o.a. wanneer hij zegt: „bij den dood ontstaat scheiding tusschen ziel en lichaam en in waanzin en soortgelijke toestanden tusschen ziel en geest." ') Zie hierover BAVINCK. Psychologie, p. 18 en 34; en noot 2 op pag. 29. 2) BAVINCK. Psychologie, p. 29; h^, onderscheidt de meeningen omtrent de natuur der ziel in theïstische, pantheïstische, en materialistische. ^) ZIEHEN. Ueber die ailgemeinen Beziehungen zwischen Gehirn und Seelenleben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's