1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 37

27

kiempsychosen enkele symptomen gemeen hebben, neen dit berust op hun diepe en enge verwantschap als primaire zielsziekten. Slechts van uit het gezichtspunt van de ondeelbaarheid der onstoffelijke ziel is het verschijnsel der mengvormen verklaarbaar en begrijpelijk. Ook nog op een ander vraagstuk wordt door onze opvatting der primaire zielsziekten een helder licht geworpen; ik doel hier op het verband tusschen karakter en psychose. Eenige jaren geleden was dit in de psychiatrische wereld een veel besproken kwestie, die door TILING en NEISSER aan de orde was gesteld. De eerste was van meening. dat dit verband wel degelijk bestond en dat het karakter van het individu steeds zijn stempel op de psychose drukte, NEISSER daarentegen was van een tegenovergestelde meening en verklaarde, dat de normale karakteruitingen van den lijder juist dóór de psychose werden afgebroken en vernietigd. Niet alleen klinische ervaring, maar ook de boven ontwikkelde beschouwing omtrent de primaire zielsziekten noopt ons geheel ons te stellen aan de zijde van TILING. Uit de korte beschrijving •en voorbeelden der verschillende kiempsychosen zal dit wel reeds duidelijk zijn geworden. Aan alle deze primaire zielsziekten komen verschijnselen toe, die herinneren aan karaktertrekken, die men bij talrijke normale individuen kan terugvinden. De kennis der verschillende menschlijke karakters is een bijzondere kant van de psychologische wetenschap, zij vormt daar •een onderdeel van. Aangezien nu de normale zielswerking en de ziekelijke, zooals deze zich uit in de primaire zielsziekten, feitelijk identiek zijn en geleidelijk in elkaar overgaan, zal dit ook voor de karakterologie, een onderdeel der normale zielkunde gelden. Van ons standpunt moeten wij dus reeds a priori aannemen, dat de ziekelijke karakteruitingen, zooals wij die bij de primaire zielsziekten kunnen vinden, nauw verband houden met en geleidelijk overgaan in het normale karakter. Natuurlijk zal dit niet in elk speciaal geval zijn aan te toonen. In de eerste plaats zal onze nog geringe kennis omtrent de groepeering en onderlinge samenhang der verschillende karaktereigenschappen dit niet begunstigen. Van dit uitgebreide vraagstuk zijn nog slechts weinig omvangrijke studiën gemaakt, meer algemeen is, voor zoover mij bekend, het behandeld door prof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen