GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 90

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

84

Verder wijst hierop de gelijksoortigheid van organen en instincten bij groepen zonder systematische verwantschap. 5. Voor de Christelijke wereldbeschouwing is het vooral van beteekenis in hoeverre de evolutietheorie ook voor het ontstaan van den mensch is uit te breiden. 6. Denkt men zich in het begrip van „overgangsvorm diermensch" in, dan blijkt dat hierbij de nadruk op psychische verschijnselen valt. 7. Experimenteel blijkt nu meer en meer een onoverbrugbaar verschil te bestaan tusschen mensch- en dierenziel. 8. De afstand dier-mensch is de grootst denkbare, en meer nog dan voor het ontstaan van het leven uit de doode stof, moet hiervoor een bovennatuurlijke verklaring geeischt worden. Discussie: De heer SAP merkt op, dat hij twee maal 't woord „scheppingshypothese" heeft gehoord. Hij vraagt daar uitleg van. Prof. BuYTENDijK antwoordt, dat genoemd woord een lapsus is. De bedoeling is de onderstelling, dat elke soort apart geschapen zou zijn. De heer BRUIN dankt den lezer voor zijn voordracht. Hij stelt echter eenige vragen : Ie. Waartoe gebruikt men't begrip „supra-individueelprincipe" verder; het is toch zeker ingevoerd om er ook na de invoering nog wat mee te doen. Wel heeft hij begrepen dat afgekeurd is dat WASMANN dat begrip direct op Qod zelf betrekt. Echter werkt de biologie, naar hem voorkomt, te veel met vage begrippen als entelechieën en dominanten. 2e vraagt hij waartoe eigenlijk die proeven met apen etc. dienen, waarvan spreker ons uit zijn eigen praxis zooveel verhaald heeft. 3e vraagt hij of 't verschil mensch-dier eigenlijk niet 't best gekenschetst wordt door de oude uitdrukking dat de mensch een redelijk-zedelijk wezen is ? Redelijk daarbij beteekenend zijn eigen denken controleerend, en zedelijk: kennende goed en kwaad. Prof. BUYTENDIJK antwoordt ad I, dat die factor evenals 't relativiteitsprincipe in de physica niet anders dan bij hooge noodzakelijkheid is ingevoerd. Het staat er echter wel anders

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 90

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's