GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

74

Maar als op deze wijze de werkelijkheid van den organischen vorm moei bewezen, staat de zaak zelf vrij wanhopig! Allereerst is een gewichtig bezwaar tegen BERKELEY, dat hij tot staving van z'n bewering dat er geen algemeene voorstellingen bestaan, zich beroept op 't voorbeeld „de driehoek", en dan do conclusies uit dit geval generaliseert. Terecht heeft HUSSERL dan ook aangedrongen op onderscheiding ook tusschen wat wordt aangeduid ^) DRIESCH volgt hem hier op den voet: bij de driehoek spreekt hij van representatie door reflexie -), maar past dit nu tegelijk toe op 't begrip van den statischen vorm, waarvan hij dan scherp dat van den dynamischen vorm onderscheidt. De hoofdtegenstelling ligt echter niet hier, waar hij haar ziet, maar elders. Men moet met KANT ^) 't verschil in 't oog vatten tusschen begrippen die ontstaan door constructie en expositie; dat is geen „theorie," maar een eerste eisch van de logica der wiskunde *). Dus is de overgang van „de driehoek" tot het begrip van den statischen vorm, b.v. „het werveldier" niet geoorloofd. Het laatste ontstaat door expositie of zooals COHN 't noemt door abstractie ^) evenzeer als 't begrip van den dynamischen vorm. De fout bij DRIESCH is dus deze, dat hij de tegenstelling: constructie — abstractie of zuivere wiskunde — werkelijkheid laat saamvallen met die van statisch en dynamisch. Voor den statischen vorm leidt hem dat wel niet met BERKELEY tot nominalisme: dat voorkomt de invloed van HUSSERL ; maar wel overziet hij daardoor, dat 't verschil tusschen beide biologische vormen slechts quantitatief is, en dat het daarom principieel evenmin geoorloofd is van den dynamischen vorm tot de metaphysica te concludeeren als dit te doen van den statischen vorm. Als men 't verschil tusschen constructie en abstractie goed in 't oog vat, begrijpt men terstond de fout bij DRIESCH. Want bij de constructie is wel een algemeen begrip, geen algemeene voor') E, HUSSERL, Logische Untersuchungcn, Zweiter Band, Unfersuchungen zur Phanomenologie und Thoorie der Erkennfnis, P , 1913, pg. 183. 2)

Vrgl. DRIESCH, pg.

18, met

HUSSERL, a.w.,

pg.

166,

v.v.

^) IMM. KANT'S Logik, Ein Handbuch zu Vorlesüngen (zuersl herausgeg. von Q. B. Jashe), herausgeg. von M Kinkel, 1904, Allgemeine Melhodenlehro, § 102. •*) JUL. COHN. Voraussetzungen und Ziele des Erkenneiis. Untersuchungcn ü'^"r die Qrundl.igen der Logik, 1908, p^. 171, v.v. ^) Dezen laatsten term neem 'k hier over, ook omdat URIESCH hem gebruikt u\ het verschil zoodoende hilderder kan uitkomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's