1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 20

8

om aan te geven dat dit een handigheid voor dit of dat vak is, wel mag deze eigenschap voor verschillende vakken van groote beteekenis worden geacht. Ook hierbij zal de psycholoog letten op het al of niet gedisponeerd zijn, op het feit, dat de leerling aan een examen wordt onderworpen (z.g.n. examenstupor) op de noodzakelijkheid van herhaling der proeven, enz. Na deze algemeene beschouwingen willen we overgaan tot het refereerend deel. Ik geef hier, wat in Duitschland in verband met ons onderwerp wenschelijk wordt geacht. Dat dit land in deze aan de spits staat, is gemakkelijk te begrijpen, als men rekening houdt met de moeilijkheden, waarmede ~het te kampen heeft. In het bekende werk van PIORKOWSKI „die psychologische Methodologie der wirtschaftlichen Berufseignung" wordt de vraag beantwoord, in hoeverre de Duitsche school de taak van het systematisch letten op het probleem der beroepskeuze vervult. De schrijver wijst op het Mannheimer stelsel, waarbij eenerzijds de zwakke leerlingen afgezonderd worden en anderzijds, die welke een bijzonder goede begaafdheid bezitten. Deze laatsten krijgen dan cursussen in vreemde talen, om aan de jongens den weg te openen voor het beroep van koopman. In de arbeidsschool van KERSCHENSTEINER wordt de selectie voor het beroep niet als zoodanig op dan voorgrond gesteld, maar kan hoogstens als gelukkig neveneffekt voor den dag komen. Gewichtig is echter de vraag naar het vaststellen van de geschiktheid voor het beroep voor alles voor alle hoogere beroepen. Daar deze een langen tijd van voorbereiding eischen moet men oppassen voor vergissingen in de keuze der personen. Het is daarom van belang reeds te ziften bij de toelating tot de hoogere voorbereidende school. Zoo richtte de stad Berlijn in het voorjaar 1917 twee scholen voor jongens en een voor meisjes op, waarop kinderen met bijzonderen aanleg moeten worden voorbereid om in de midden en hoogere beroepen over te gaan. In deze nieuwe scholen waren 120 plaatsen beschikbaar en meer dan 300 scholen uit Berlijn hadden het recht voor het nieuwe instituut gegadigden aan te geven. PIORKOWSKI en MOEDE hebben dat onderzoek verricht. De jongens, die onderzocht moesten worden, waren 13—14, de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen