1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30

26 de operatie een vermeerderde geslachtsdrift en een algemeen verbeterden lichamelijken toestand waar, In een aantal gevallent was de stofwisseling niet onbelangrijk verhoogd. Echter weinige weken later was de stofwisseling weer tot het oude peil of nog lager gedaald en de algemeene toestand slechter. Deze onderzoekers zien in de vasoligatuur een de stofwisseling aanzettenden prikkel van korten duur, mogelijk tengevolge van de resorptie van het secreet, dat zich boven d( ligatuur verzamelt. Wanneer men verder de casuistiek nagaat, blijkt het steeds duidelijker hoe uiterst voorzichtig men hier moet zijn. Het is te over bekend, hoe gemakkelijk een zich lichamelijk zwak voelend individu tot meerdere krachtsontwikkeling te sus^gereeren is; dit geldt in de hoogste mate op sexueel gebied. Wanneer men nu leest, dat sommige geopereerden dadelijk na de operatie tot allerlei krachttoeren in staat waren, dan moet suggestie hierbij wel een rol spelen ^). Van een algemeene verjonging kan weer geen sprake zijn. De vermeerderde libido is eigenlijk het eenig vaststaande, volgens Loewy en Zondek. Doch dan rijst dadelijk de vraag of het wel wenschelijk is bij ouden van dagen, die veelal aan arteriosclerose lijden, opnieuw den geslachtsdrift aan te zetten. Zonder twijfel moet dit ontkennend beantwoord worden en daarmede is de operatie veroordeeld. En of bij jongeren, waar de afwezigheid van geslachtsdrift vaak door psychische afwijkingen wordt veroorzaakt, een operatie als de hier bedoelde dient te worden toegepast, moet betwijfeld worden. Afgezien nu van alle waarnemingen en proefnemingen op dit gebied is de mogelijkheid van ,,verjonging" niet aannemelijk te adhten. Het zou in tegenspraak zijn met hetgeen we dagelijks in de natuur waarnemen. Verouderen, oud worden en sterven is de eeuw in, eeuw uit geldende, vaste regel. Pogingen om deze orde van zaken om te keeren gelijken op het zoeken naar het ..perpetuum mobile". Wat Steinach „verjonging" noemt, mag dezen naam zeker niet dragen. Niemand zal toch beweren, dat, wanneer bij een hartlijder het hart door een of ander geneesmiddel aangezet is, of weer tot regelmaat gebracht, het hart gezond is geworden. Zoo staat het ook met de operatie van Steinach. Dan is er nog een vraag. Mag men dergelijke, theoretisch en proefondervindelijk niet voldoende gesteunde kunstbewerkingen, nu maar op den mensch gaan toepassen? Het antwoord, dat de ingreep geen gevaren met zich brengt en zeer eenvoudig is, brengt ons niet verder, daar het hier een principieele zaak geldt. Men zou ook algemeener de vraag kunnen stellen, waar ligt de grens van ons recht, tot het verrichten van kunstbewerkingen *) Uitvoerige casuistiek bij: Schmidt. Theorie und Praxis der Steinach'schen Operation.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen