1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 109

101 het vóór-Copernicaansche wereldbeeld, afdoende bedenkingen zijn aan te voeren. Vooreerst krijgt het stelsel van Copernicus in deze bewering al te groote beteekenis. Zeker, de hedendaagsche wetenschap oordeelt, dat de aarde om de zon draait, maar wie waarborgt ons, dat dit inzicht nog niet eens ingrijpend zal worden gewijzigd? Copernicus heeft de gedachten van zijn tijd opgeruimd, wie zegt, dat er nooit iemand opstaan zal, die onze ideeën ten onderste boven werpt? Er is te meer reden voor die vragen, nu Einstein met zijn theorie de Copernicaansche wil ondergraven. Een wetenschappelijk stelsel heeft nooit meer dan betrekkelijke waarde. Het is het beste, dat men in een bepaalde periode weet te bereiken, het spreekt nooit het laatste woord, en juist daarom is het ongeschikt om naast de Schrift te worden gelegd, om boven gedachten der Schrift te worden gesteld," Wij merken hierbij het volgende op: lo. Dat de aarde om de zon draait, is het resultaat van vele eeuwen en is een feit, dat even onomstootelijk vaststaat als b,v, dat Halfweg tusschen Haarlem en Amsterdam ligt, 2o. De bewering, dat ,,Einstein met zijn theorie de Copernicaansche wil ondergraven" is onjuist. Wellicht stond bij het schrijven van dit artikel de beteekenis van Einstein's relativiteitstheorie den hooggeleerden auteur niet helder voor den geest. Zoolang we echter nog meenen, dat bij een dorschmachine het paard aan den boom om de as loopt, zoolang zullen wij ook meenen, dat de aarde zich om de zon beweegt. 3o. Het is bijna ondenkbaar, dat de kennis van het zonnestelsel, waarom het in hoofdzaak gaat, nog ingrijpende wijzigingen zal ondergaan. Maar ook indien dit zoo ware, en we nog eens tot een geheel ander wereldbeeld zouden komen, dan pleit dit in het grieel niet tegen ons standpunt. Dan zou men de Openbaringsgedachten in dit nieuwe wereldbeeld moeten vertolken. 4o. Er is geen sprake van, dat we een wetenschappelijk stelsel bomn gedachten der Schrift zouden stellen. De vorm der gedachten toetsen we aan de resultaten der wetenschap. En daartoe heeft een astronoom evengoed het recht als een philoloog, die het Hebreeuwsch en het Grieksch, waarin de Openbaring gegeven is, grammatisch en linguïstisch onderzoekt. Ik kan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen