1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 42

32 malen voor dat jongemannen op ons spreekuur vertrouwelijke mededeelingen doen omtrent deze zaken. Ze hebben boeken gelezen over de gevolgen van de onkuischheid en zijn door deze lectuur zóó gedeprimeerd, dat ze hun opgewektheid en levenslust hebben verloren. Laat ons de gevolgen der zelfbevlekking niet overdrijven, maar laten we de jonge menschen moed inspreken, hun vertellen dat ze den nadeeligen invloed op hun gestel weer geheel te boven kunnen komen en laat ons hen verder aansporen een rein leven te leiden. De sexueele opvoeding staat echter niet op zich zelf; ze vormt een onderdeel van de geheele opvoeding en is in belangrijke mate afhankelijk van den geest, die in 't gezinsleven heerscht. Karakters moeten er worden gevormd op de basis van een reine zedelijk-godsdienstige levensbeschouwing. Alleen op dezen grondslag mag men rijke vrucht verwachten van de sexueele opvoeding. De sexueele opvoeding heeft niet alleen een praktische, maar ook een idieele waarde. De rijkdom van ons leven is afhankelijk van den rijkdom van den inhoud van ons bewustzijn. Kennis van het voortplantingsproces verrijkt ons gedachtenleven. Het voortplantingsproces is een der schoonste verschijnselen in het rijk der natuur. Wanneer we bij een bloem zien, dat een stuifmeelkorrel valt op den stempel, dat uit deze korrel op de plaats waar ze den stempel aanraakt een lange buis zich uitstulpt, dat deze buis zich een weg baant door de geheele lengte van de stijl tot ze het eitje bereikt, hetwelk in het vruchtbeginsel verborgen ligt, dat de inhoud van de stuifmeelkorrel langs het uitgegroeide buisje zich uitstort in i e eicel, waardoor de bevruchting tot stand komt, dan schijnt ons de natuur bezield en een aandoening van hoogor genot maakt zich van ons meester. We denken aan den Schepper, die alles kunstig heeft gemaakt, we denken aan den Psalmist als hij zegt: Ik loof U, omdat ik op een heel vreeselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uwe werken! Ook weet het mijn ziel zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen als ik in het verborgen gemaakt ben en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste deel en der aarde. Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uwe gedachten, hoe machtig vele zijn hare sommen, Ps. 139.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen