1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 40

•30 vooral als er liefhebberij bestaat voor een aquarium. Het wijfje legt haar eitjes in het water en het mannetje stort daarover .'.ijn zaad uit in millioenen stofjes, als stuifmeel op den stamper. Een kind is dikwijls spoedig tevreden met een eenvoudig antwoord. Op drie- tot zesjarigen leeftijd kan men volstaan met te zeggen, dat moeder het zusje in de wieg van den Heere ontvangen heeft. Later wordt tegen dit antwoord bezwaar ingebracht, want 't kind wil weten hoe het kindje gebracht is, door den schoorsteen of door 't venster. Men moet dan dieper op de zaak ingaan, en kan dit doen door voorbeelden, zooals ik daar juist noemde, aan de dierenwereld ontleend, We moeten de sexueele opvoeding niet alleen beschouwen als een plicht, maar we moeten haar ook voelen als een voorrecht. We dienen echter eerst zelf te komen onder de groote gedachten in Gods schepping om daarna de kinderen te kunnen inleiden in de wonderen der natuur. Mevr, I, Kooistra zegt in haar boek ,,Onze groote Kinderen" (Streven naar het doel): „Is het zoo moeilijk voor de moeder aan het kind in een zacht, vertrouwelijk gesprek precies in enkele woorden te vertellen, waar het is gegroeid? Dat moeder het warmpjes bij zich heeft gedragen tot het kindje groot genoeg was, om buiten moeders lichaam verder te groeien; — dat het toen te voorschijn is gekomen, ,,geboren" is. Het heeft moeder vreeselijk pijn gedaan, maar toen hadden we toch ook ons lief kindje, en daar waren we o, zoo dankbaar voor. En daarom vieren we ook elk jaar den verjaardag, den ,,geboort3dag". Het grootste en gewichtigste deel van de sexueele opvoeding ligt m,i, in 't begin der puberteit, of liever reeds eenigen tijd vroeger, In de vóórpuberteitsjaren zijn de sexueele lusten nog niet ontwikkeld. We kunnen dan gemakkelijk met onze kinderen over deze dingen spreken, en ontsteken geen onheilig vuur. Ook voor de ouders heeft het groote voordeden de sexueele voorlichting in de vroege jeugd te beginnen. De opvoeders zelf moeten vrijuit en vertrouwelijk over deze moeilijke onderwerpen kunnen spreken. De kinderen moeten niet worden geplaatst in een spheer van geheimzinnigheid. Zoodra een opvoeder zichzelf onvrij gevoelt, wordt hij onhandig en loopt gevaar onnoodige nieuwsgierigheid bij het kind op te wekken. Daarom moet men met de sexueele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen