1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70

6è gens over Kepahiang, 60 K.M. ten Oosten van Benkoelen gelegen, om ter hoogte van Noord-Banka, Sumatra weer te verlaten. De wetenschappelijke leider van deze expeditie, die uitging van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, was de bekende Neaerlandsche sterrekundige Dr. t\. Pannekoek, Hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam. Verdere deelnemers waren Dr. J. v. d. Bilt, Dr. Q. Moll en Dr. J. Minnaert. Deze expeditie was tijdsns haar verblijf op Sumatra de gast van de Bataalsche Petroleum Maatschappij te Pladjoe, dicht bij Palembang gelegen, en werd verder bijgestaan door de officieren van het üouvernements-stoomschip de „Wega", dat op de Moesirivier ter hoogte van Palembang voor anker lag. Ongelukkig heeft deze expeditie niet veel succes gehad, hetwelk dubbel jammer was, daar ze zulk een aantal moderne en schitterende instrumenten bezat, en zich met deze instrumenten reeds maanden van te voren goed vertrouwd had gemaakt. Toch is niet alle moeite, tijd en geld aan deze uitrusting besteed, verloren, want men doet hierbij toch lal van ervaringen op, die voor de expeditie in Juni 1927 naar Lapland goed te pas zijn gekomen. Feitelijk zou nu iets verteld moeten worden over de Nederlandsch-Duitsche expeditie, doch daar deze expeditie het uitvoerigste zal besproken worden, is het beter eerst iets over de andere expedities te vertellen. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben zich voor deze verduistering veel moeite gegeven, immers niet minder dan drie expedities kwamen uit de nieuwe wereld. Zoo bevond zich te Kepahiang in het gebergte eene expeditie, uitgaande van het Naval-Observatory van Washingtj'ng, uitgaande dus van de Amerikaansche zeemacht. Tot deze groep, die per Amerikaansch oorlogschip in Indië was aangekomen, behoorden een vijftal geleerden, waaronder Dr. A. Anderson van het Mount Wilson Observatory uit Californië, benevens een zevental onderofficieren en matrozen. De faam zegt, dat deze Amerikanen zeer verwonderd waren Sumatra als een goed georganiseerd en bestuurd land te zien. Ze hadden er een halve wildernis en misschien wel menscheneters verwacht. Het hoofdinstrument van deze groep was een groot fototoestel, waarvan het objectief (de lens) op een ruim 18 meter hooge toren was opgesteld. Het hout van dezen toren had men heelemaal uit Amerika meegebracht. De plaathouder voor platen van ruim 40 X 40 c.M. bevond zich in een op een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen