1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
58 1844 heeft Ludwig Rosz op een klein eiland bij Rhodos gedurende een maansverduistering het helsche lawaai en het wilde geschreeuw van Grieken en Turken waargenomen, terwijl tegelijkertijd mannen, vrouwen en kindaren, onder leiding van een priester, zingend en biddend een kapel binnengingen om den hulp en bijstand der Panagia en alle heiligen voor de heidensche Selene in te roepen ^). Met den vooruitgang der beschaving kwamen allengs enkele menschen tot de ervaringskennis, dat deze verduisteringen alleen op bepaalde dagen der maanden voorkwamen en bij enkele volkeren kwamen de priesters, die tevens de verschijnselen aan den hemel bestudeerden, door nauwkeurige aanteekeningen te houden van de data dezer verduisteringen, tot de kennis van de regelmatigheid ervan en durfden althans voor een maansverduistering voorspellingen in de toekomst wagen. De door mij bedoelde, door de Chaldaeƫn ontdekte regelmatigheid, is de Sarosperiode van rond 18 jaar en 10,3 dag -). Zooals reeds gezegd, komen verduisteringen alleen bij bepaalde schijnsgestalten der maan voor en wel zonsverduisteringen bij nieuwe maan en maansverduisteringen ?lleen bij volle maan. Beide ontleenen huii voorkomen aan het intreden van maan of aarde in de schaduwkegel van zon en maan, of van zon en aarde. Van veel meer belang dan de maansverduisteringen zijn die van de zon, weshalve dan ook in het verdere deel van deze verhandelingen alleen over zonsverduisteringen zal gehandeld worden. OORZAAK VAN VERDUISTERINGEN. Hoewel zon en maan zich aan het bloote oog, zij dan ook wat de eerste aangaat met behulp van een sterk lichtopslorpend stuk glas, zich ongeveer even groot vertoonen, in astronomische maat als een schijf van rond 32', d.i. iets meer dan een halve graad, of in meer alledaagsche maat uitgedrukt, als een karrewiel op iets meer dan 100 meter afstand, zijn ze in werkelijkheid bij lange niet even groot en wel heeft de zon eene middellijn van ongeveer 1.391.000 K.M. tegen de maan eene van 3470 en de aarde eene van 12.756 K.M. De zonsmiddellijn is dus ongeveer 400 maal zoo groot als die van de maan en 109 maal zoo groot als 1) J. Hartmann. Astronomie. Kultur der Gegenwarf, pag. 5. 2) idem idem pag. 28 en 342,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's