1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 37
53 symboliek der weg aan voor de werkelijkheid en zoo komt de evolutietheorie ertoe om de soorten, die gehypostaseerde vormen zijn, uit elkaar te laten ontstaan. Een Christelijke biologie zal al deze begrippen zuiver moeten stellen door een historisch-critisch onderzoek naar hun gebruik en zal het evolutiebegrip uitsluitend toepassen mogen op den vorm in de kosmische realiteit, welke dynamisch is. Ook het tijdsbegrip der organenmologie is een ander dan dat der historiewetenschap; de organische vorm is vóór-historisch. Adam echter is de eerste historische figuur. Heer R. DE GRAAF : De vraag is, of de zienswijze der evolutieleer de juiste is. Wij moeten de scherpe onderscheiding — mensch of dier — ten volle handhaven. Hiermede zijn schriftuurlijke waarheden van groote waarde verbonden. Het is moeilijk uit te maken, waar de grenslijn ligt. Ook volgens spreker ligt het zwaartepunt bij de beoordeeling van den homo Neanderthallensis. Is dit een mensch geweest of een andere hoogontwikkelde Primaat? Het wezen van het Neanderthal staat op den ladder der flnthropoïden — of het werkelijk een • mensch geweest is, betwijfelt hij. Hetzelfde geldt van den Pithecanthropos. Daarentegen staat vast, dat men bij de Cro Magnons met menschen-resten te doen heeft: bij hen, vindt men immers sporen van zekere cultuur. . Ook bij Rome en in Palestina zijn Neanderthal-typen gevonden. Prof. BOUMAN : Prof. Bouman waardeert het in den inleider, dat hij de kwestie scherp gesteld heeft. Hier treedt echter wel een antithese aan den dag tusschen de orthodox-Christelijke theologie en de natuurwetenschap. Men moet echter onderscheid maken tusschen de Heilige Schrift, die vast en objectief is, en de dogmata der theologen, die uit de HeiHge Schrift zijn afgeleid. Het scheppingsverhaal, zooals de Schrift het mededeelt, kan als zoodanig moeilijk worden gehandhaaft (cf Prof. Bavinck). Nu zijn er twee mogelijkheden : men kan zeggen : ik bestudeer de feiten, en ga na, wat de Schrift ervan zegt. Is tusschen deze beide conflict, dan laat ik de feiten liggen, aan het feitenonderzoek ontbreekt wat. Een ander standpunt is, dat men de feitelijke gegevens bestudeert, en als de H. Schrift deze niet bevestigt, toch kiest voor de feiten. Beide standpunten acht hij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's