1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91
87
motto boven zou willen plaatsen, zou ik dat willen ontkenen aan een schrijven van Newton’s meergenoemden biograaf Sir David Brewster, gericht aan de Académie des Sciences te Parijs in 1867, met de woorden: ,,La plus audacieuse imposture, qui ait jamais été ourdie” 65). Laat mij echter beginnen met U een merkwaardig persoon voor te stellen. Tot de meest respectabele leden van de Académie des Sciences te Parijs gedurende de tweede helft der 19de eeuw be hoorde ongetwijfeld de bejaarde mathematicus Michel Chasles. Chasles was geboren in 1793 te Epernon bij Parijs; hij had zich in de jaren 1840—1860 een welverdiende Europeesche vermaardheid verworven, zoowel door zijn baanbrekende onderzoekingen op meet kundig gebied als door zijn scherpzinnige navorschingen op histo risch wiskundig terrein 66). In 1867, het jaar waarin onze geschie denis een aanvang neemt, was Chasles lid van niet minder dan 11 wetenschappelijke genootschappen in binnen- en buitenland, en ver der was hem door de Royal Society van Londen de gouden eeremedaille toegekend voor zijn meetkundige onderzoekingen. En bovendien is het van het hoogste belang om in verband met het vol gende op te merken, dat Chasles (een zeldzame bijkomstigheid voor een geleerde!) de beschikking had over een groot vermogen, dat hij zich had verworven tusschen 1830 en 1840, toen hij in Chartres bij het bankbedrijf werkzaam was. Deze aangename omstandigheid veroorloofde hem zich naar hartelust te wijden aan zijn hobby, welke bestond in het verzamelen van oude handschriften en brieven van personen, beroemd op wetenschappelijk of historisch terrein. Reeds bij verschillende gelegenheden had Chasles merkwaardige documen ten uit zijn keurverzameling. waaraan hij enorme sommen had ten koste gelegd, aan de leden van de Académie des Sciences getoond, en daarom waren de verwachtingen van de academieleden op het hoogst gespannen toen hij beloofd had brieven en documenten van Blaise Pascal (1623—1662), N ew ton en anderen te zullen overleg gen, welke de geheele traditioneele geschiedenis van de ontwikkeling der zwaartekracht (zooals we die in het eerste gedeelte hebben ge schetst) in één slag zouden omverwerpen. Op 15 Juli 1867 kwam Chasles met de eerste desbetreffende docu menten voor den dag, n.1. met twee brieven van Pascal aan den Engelschen chemicus Robert Boyle, en vier blaadjes met notities, alle onderteekend door Pascal 67). Uit d ez e gesch riften bleek zonneklaar, dat P ascal reed s in 1652 in het volledig bezit was van d e w et van d e a lgem een e aantrekkings kracht, en dat niet alleen, maar dat P ascal boven dien uit deze wet vrijwel alle belangrijke conclu sies had getrokken, welke N ew ton in zijn Principia 35 jaar later had gepu bliceerd. Het is te begrijpen, dat deze opzienbarende mededeelingen een diepen indruk maakten op de leden der Academie. Dit bleek duidelijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1939
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 190 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1939
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 190 Pagina's