1941 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 50

40 en leg die op de pijnlijke plaats . en ze zal de beentjes naar buiten werken en de wond genezen) Uit t bovenstaande is ons gebleken, dat de middeleeuwse leceptenverzamelingen een belangrijke plaats geven aan de Agvimome als medicament tegen zweren en wonden In nog sterker mate ih dit t geval m de 16de-eeuwse kruidboeken E e n paar voorbeelden mogen dit bewijzen, ze zullen ons tevens doen zien, hoe sterk de rechtstreekse invloed van Dioscorides geweest is op onze herbaristen of kruidboekschrijvers Dit blijkt reeds dadelijk bij Otho Brunlelsz (1534) als hij schrijft -^) „Agrimonien bletter gestoszen, vnnd mit reynbergem fnschem schmaltz vffgelegt, ist gut zu den schaden, vnnd geschwaren die vngern zu heylen vnd ein haut wollen gewyn~ nen ( = is goed voor wonden en verzwenngen, die met gemakkelijk dicht gaan en waarop geen huid wil komen) Z o ook bij Leonh Fuchs (1543), die zegt -'') , Die bletter der Odermenig mit altem schwemenschmaltz oder schmar w a r m auffgelegt, heylet die wunden so (= die) sich nicht leicht zur heylung schicken wollen Lobelms -'') is m zijn vermelding van de geneeskracht onzer plant viij sober, hij geeft met verwijzing naar Dioscorides als zijn bron , De bladers van Agrimome ghestooten, ende met oude verekens hese ( = vet, reuzel) ghemenght ghenesen de qualick gheneselicke swee' ringhen, daer op gheleyt' In dezelfde geest spreken P A Matthioli (blz 3 5 0 ) , Hier Bock (blz 195), Cast Durante (blz 3 6 4 ) , Ad Lontcerus (blz 293) Apollmaris (blz 100) en | . Th Tabernaemontanus (blz 341) -'") D a t ook m de 17de eeuw de invloed van Dioscorides nog doorw e i k t blijkt ons uit de uitgave van 1644 van R Dodenaeus beroemde ,,Ciuydt-Boeck (blz 3 4 ) , w a a r hij van de Agrimome zegt De Bladeren ghestooten ende met oudt swijnensmeer of verckens-hese op de sweeren die met wel en kannen toe-gheheelt worden ghestreken ghenesen die soo Dioscorides oock b e t u y g h t " ~'^) In deze tijd echter begint de plant als medicament tegen zweren langzamerhand uit de medische wetenschap te verdwijnen Abr Munting noemt h a a r m zijn „Naauwkeurige Beschrijving der Aardgewassen (blz 295) <n dit verband alleen nog als dienstig om de mond te reinigen „van alle quade onzuyvere Zweeringen" Hij doet dit op t voetspoor van de 15de- en 16de-eeuwse kruidboeken zo zegt reeds Hier Brunschwygk m zijn in 1500 verschenen Liber de arte distillandi (bl X V I I I ) ,,Agrimonien wasser ist gut fur die [iile ^") vnd dz essen m dem mund w a n ( = w a n t ) es reiniget es vnd heilt es so man es offt zum tag mit weschet (— w a s t ) " , terwijl ook Hier Bock ( t a p S 195) iets dergelijks geeft m de opmerking ,,Das gebrant ( = gedistilleerd) wasser ist gut fui das essen m dem mundt' ^1) D e Amsterdamse medicus St Blankaart noemt m zijn Nederlandschen Herbarius ofte Krmd-Boek (1698) onze Agrimome m 't ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen