1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 108

100 hospitaal te Den Helder, vanwaar hij twee jaar later naar de tropen vertrok. In 1929 teruggekeerd werd hij wederom verbonden aan het Marine-hospitaal te Den Helder, waar hij na een jaar detacheering op de afdeeling voor inwendige ziekten van „Eudokia" te Rotterdam, tot leider in zijn vroegeren werkkring werd benoemd. In 1937 verliet hij als officier van gezondheid 1 e klasse den militairen dienst en vestigde hij zich te Hoogeveen als specialist-internist. In 1939 werd hij tot Geneesheer-Directeur van ,,Bethesda" benoemd. Sinds 1931 was hij drager van het Officierskruis der Orde van Oranje Nassau. Degenen, die met hem gewerkt hebben, weten hoe hij zich onvermoeid gaf aan zijn veel omvattenden arbeid. Vele patiënten zochten zijn hulp en als geneesheer directeur was hij een groote stuwkracht voor de ontwikkeling en verbetering van zijn ziekenhuis. Zijn directeursschap viel samen met de voor een ziekenhuis juist ook zoo moeilijke oorlogsjaren, maar in dezen tijd heeft hij het toch tot grooten bloei weten te brengen en werd nog een uitbreiding met vijftig bedden tot stand gebracht. Zijn oprecht Christelijke geloofsovertuiging deed hem scherp stelling nemen tegen de medisch- en sociaal ethische opvattingen van den overweldiger, zoodat hij zooveel dat in zijn vermogen was in zijn omgeving de zieken en ook de gezonden trachtte te beschermen tegen de gruwelijke maatregelen van den bezetter. Hij stelde zijn leven daarvoor in de waagschaal. Vele }oden en onderduikers vonden onder zijn bescherming een veilige schuilplaats en redde hij van den ondergang. K.P.-ers met schotwonden werden in ,,Bethesda", waar ook de S.S.-arts,en poliklinisch de Duitschers behandelden, verzorgd. In December 1944 zwichtte hij, hoewel hij hiertegen principieele bezwaren had, voor het herhaald gedane verzoek in het ziekenhuis een geheime zender te plaatsen. Dit is hem noodlottig geworden. Nadat de zender reeds naar elders was overgebracht, is de S.D. hem toch nog door verraad op het spoor gekomen en werd hij den 28sten Februari 1945 gearresteerd en naar Assen vervoerd. Na de bevrijding vond men hem in het massagraf te Apeldoorn. Den 8sten Maart was hij met vele anderen als repressaille tegen den aanslag op Ranter gefusilleerd. Den 7den Mei vond te Hoogeveen de plechtige begrafenis plaats van zijn stoffelijk overschot. Wij gedenken hem met grooten eerbied, hij gaf zich geheel aan zijn werk en bracht het hoogste offer voor het vaderland. Zeer smartelijk is het verlies voor zijn vrouw en kinderen. Zijn leven, dat zijn kracht vond in zijn Godsvertrouwen en daarvan een groote getuigenis was en zijn dood, waarin hij zich ongetwijfeld geheel aan zijn God had overgegeven, mogen hen tot een groote vertroosting zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen