1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 83

DE ZENUWPHYSIOLOGIE ALS ZUIVERE WETENSCHAP

67

tenminste in grove trekken, met een patroon van activiteitstoestanden in de oppervlakkig gelegen optische centra. Eerst in de ,,hogere" optische centra schijnt deze ruimtelijke ordening der exfitatieprocessen te verdwijnen. Physiologisch is er dus wel degelijk een opbouw van de ,,Gestalt" uit de elementen. Het is m.i. volstrekt niet nodig hier te denken aan een hopeloze controverse, een onmogelijkheid om een formele overeenstemming te vinden tussen psychologische en physiologische wetmatigheden. Het zou kunnen zijn dat het psychologisch onderzoek tot een zekere aanvulling van de Gestalttheorie moet komen, hetzij doordat bepaalde feiten toch nog aan haar aandacht zijn ontsnapt, hetzij omdat men onbewuste of onderbewuste processen moet aannemen, die aan de bewuste waarneming voorafgaan. Ook zou kunnen worden aangenomen dat met de lagere physiologische processen geen psychologische processen parallel gaan (m.i. een zeer weinig aantrekkelijke oplossing). Hoe het ook zij, het is naar het mij voorkomt duidelijk dat èn psychologie èn physiologie er wèl bij zullen varen wanneer ze enerzijds eikaars resultaten niet veronachtzamen, daar de gegevens van de ene wetenschap waardevolle vingerwijzingen kunnen zijn voor de andere, maar dat andererzijds een dezer wetenschappen zich door de ander niet de wet laat stellen. De hersenphysiologie binnen het kader der natuurwetenschappen. Uit het voorgaande blijkt wel dat ook de huidige hersenphysiologen vrijwel alle denken en werken binnen het kader van het klassieke deterministische wereldbeeld. Is dit standpunt, gezien de ontwikkeling van de moderne physica dan niet hopeloos verouderd? M.i. niet zclang de onderzoeker, zoals in de hersenphysiologie nog steeds het geval is, alleen met macrophysische systemen behoeft te werken. Ook de ingenieur die een brug construeert, de meteoroloog die het ontstaan van een depressie tracht te verklaren, en de biochemicus die de calorische waarde van een voedingsstof bepaalt maken slechts van de ,.klassieke" wetmatigheden gebruik en er is niemand die hen daar een verwijt van maakt. Mocht de zenuwphysiologie in de wereld der microphysische dimensies gaan werken, dan moeten en dan zullen uiteraard ook de in dit gebied geldende physische wetten hun plaats in het analytisch en synthetisch hersenonderzoek gaan innemen. Momenteel is hiervan nog geen sprake. Ook het invoeren van een of ander „vitaal" principe moet mo-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen