GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1958 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 30

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

18

J. G. FERNHOUT

deloze te waarschuwen voor zijn weg, opdat hij niet in zijn ongerechtigheid zal sterven. Als men dit woord dus al toepast op de taak van de Christen-arts, dan draagt het hem stellig niet op tegen de goddeloze te zeggen : „Gij zult sterven!" maar hoogstens hem te waarschuwen voor zijn zondige weg. Ten aanzien van de vraag of de arts een patiënt, voor wie geen hoop meer is, zijn prognose moet meedelen, zegt het dus niets. Ik ben op deze aanhaling even ingegaan omdat de hier gevolgde wijze van schriftgebruik typerend is voor heel het symposionverslag. Het maakt van de Bijbel een soort van receptenboek, dat voor iedere toestand of omstandigheid een pasklaar voorschrift heeft. Daarbij generaliseert het bedenkelijk. Op de vraag b.v.: „Moet de dokter de patiënt waarschuwen voor het persoonlijk gericht?' (vraag 4) luidt het antwoord kort en goed: ja! En dan volgt er weer een bewijsplaats ontleend aan 2 Cor. 5 : 10: „Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden". Alsof het feit dat wij allen in het gericht zullen komen ons het recht zou geven (om van de plicht nog maar te zwijgen) elk medemens, te pas of te onpas, er voor te waarschuwen! Het komt mij voor dat het antwoord op de gestelde vraag van vele factoren afhankelijk is. Om er maar enkele te noemen; Wie is de patiënt in kwestie? Van wat voor •^yP^ ~ gevoelstype, verstandstype, enz.? Is hij van huis uit met de Bijbel bekend maar afgeweken, óf bleef hij er volkomen vreemd aan? Dan, hoe was tot dusver het contact tussen patiënt en arts? Waren de woorden en daden van de arts transparant, zodat er al iets in doorstraalde van zijn Christen-zijn? Zo niet, dan vraag ik me af of het door de patiënt niet terecht moet worden gevoeld als een misbruik maken van zijn nood-situatie wanneer hem, nu hij sterven moet, opeens zulke ontzagwekkende dingen te verwerken gegeven worden. Zelfs ben ik geneigd te zeggen dat een dokter, die bij het ziekbed van zijn patiënten nooit blijk gegeven heeft ook aan hun geestelijke nood te denken, het recht mist aan hun sterfbed opeens hen te gaan waarschuwen voor het gericht. In dit verband lijkt me heel de wijze van „benadering", die door het verslag wordt aanbevolen, onaanvaardbaar. Op de vraag: Welke benadering moet de dokter toepassen? (vraag 5) wordt geantwoord: „Dit hangt natuurlijk af van de individu, maar het is het beste om zo rechtsteeks mogelijk te zijn". En dan volgen enkele aanbevolen inleidinkjes als: „Ik wil U spreken over Uw ziel",

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 340 Pagina's

1958 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 340 Pagina's