GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1969 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 102

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

74

VIRUS EN FYSICUS

fysici voor biologisch onderzoek ter sprake gaat komen. Daarom zou ik eerst enkele opmerkingen willen maken over de verschillen in karakter tussen fysici en biologen. Een karakteristieke eigenschap van de fysicus is zijn interesse voor eenvoudige systemen. Dit moge in verband met het image van de fysica wat vreemd klinken, toch is het juist. De door hem onderzochte systemen moeten zo eenvoudig zijn, dat zij in principe toegankelijk gemaakt kunnen worden voor een wiskundige analyse. In plaats van zijn waarnemingen en metingen zelf zo nauwkeurig mogelijk in woorden weer te geven, hanteert de fysicus in feite een wiskundig systeem, dat op zijn fysische object blijkt te passen en waarin de gemeten grootheden als wiskundige symbolen voorkomen. Hierdoor wordt zijn beschrijving veel eenvoudiger en efficiënter. Bepaalde eigenschappen van het fysische object komen daardoor veel duidelijker naar voren. Intussen blijft het steeds de vraag, in hoeverre het gekozen wiskundige systeem werkelijk past op het onderzochte object. ledere meting is immers behept met een zekere onnauwkeurigheid. Bovendien zal de handeling van het meten zelf het onderzochte systeem beïnvloeden. Na ieder resultaat, dat de wiskundige redenering heeft opgeleverd, moet de fysicus daarom weer terug naar de werkelijkheid om door experimenten na te gaan of het gevonden resultaat nog steeds past in de correlatie tussen werkelijkheid en wiskunde, die hij heeft geconstrueerd. Deze voortdurende controle door middel van het experiment is des te meer nodig, omdat de fysicus niet schroomt de werkelijkheid te modelleren. Hij acht intuïtief bepaalde elementen van het onderzochte systeem minder essentieel en laat deze rustig weg bij het vormen van zijn model. De uitkomst van experimenten zal dan later wel leren, of zijn intuïtieve keuze van de essentiële elementen niet al te gek was. Om het populair te zeggen: De wiskunde is precies, de werkelijkheid niet. Om de wiskunde op de werkelijkheid toe te passen is het daarom nodig eerst de werkelijkheid precies te maken. De fysicus moet een zekere regelmaat in zijn object ontdekken of vermoeden voordat hij er brood in ziet een model te ontwerpen. De herkenning van zulk een regelmaat bij virussen vormt het „Leitmotiv" van mijn voordracht. Het spreekt wel vanzelf, dat men bepaalde karaktereigenschappen en een zeer bepaald soort intelligentie nodig heeft om in dit spel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 310 Pagina's

1969 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 310 Pagina's