Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 70

blijken over de voortgang van het paleontologie-stratigrafie overleg met de UvA,

waarbij "men ook in dit geval [gerefereerd wordt aan de ontwikkelingen binnen de

ertskunde-petrologie, WR] de duidelijke scheiding der vakgebieden wenst te ver-

laten'. De UvA laat begin september 1974 echter weten geen zaken te willen doen

wanneer met wordt ingestemd met de beginselverklaring en stelt goedkeuring van

het structuurplan EPM daarvan afhankelijk. Voor de VSF is niet de beginselverkla-

ring als zodanig het probleem, als wel het feit dat deze misbruikt dreigt te zullen

worden ten behoeve van het handhaven van de status quo op het terrein van de

paleontologie-stratigrafie. Voor de VU is de maat langzamerhand vol Van Nes

deelt in het Bestuur van het Beleidsorgaan mee dat de universiteit ernstig overweegt

de samenwerking met de UvA op het terrein van de paleontologie-stratigrafie op te

schorten als met een adequate personeelsformatie (impliciet wordt ook gedoeld op

een ordinariaat) voor de vakgroep paleontologie aan de VU tot stand gebracht kan

worden Zowel binnen de WR als binnen het bestuur van het Beleidsorgaan zijn m

het najaar van 1974 de reacties op het optreden van de VU negatief. De WR schreit

krokodillentranen over het onttrekken van formatie en personeel aan de landelijke

pool en stelt zich in eerste instantie ook negatief op ten aanzien van de VU-aan-

vraag voor een extraordinariaat in de palynologie De nieuw benoemde voorzitter

Bongaerts zal tezamen met Egeler trachten te bemiddelen in het conflict tussen

UvA en VU subfaculteiten. Daarvan komt het uiteindelijk met. Begin 1975 klaart de

68 lucht tussen de gesprekspartners enigszins op De UvA subfaculteit werkt mee aan

het tot stand brengen van (inmiddels door de WR geadviseerd) overleg met haar

biologische zustersubfaculteit over het extraordinariaat m de palynologie".

Ondertussen ontstaat er in het Beleidsorgaan de nodige irritatie over het feit dat

het departement in het kader van de toewijzing voor 1975 een tiental formatie-

plaatsen die behoren tot het bestand van de landelijke herstructurering, buiten het

Beleidsorgaan om, aan de VU heeft toegewezen". Op het vlak van de paleontologie-

stratigrafie stagneert de ontwikkeling. Door Wiggers geraadpleegd over de levens-

kansen van de paleontogie aan de VU, spreekt de Utrechtse hoogleraar Drooger m

het vroege voorjaar van 1975 uit geen mogelijkheden te zien voor een Amster-

damse concentratie. Toch wordt in het UvA-VU overleg, zo blijkt uit een interim

rapportage van begin mei 1975, heel geleidelijk vooruitgang geboekt Daarbij

speelde Oen Ing Soen, decaan van de UvA subfaculteit, een belangrijke rol. Door

zijn persoonlijke wijze van optreden slaagde hij er m beweging te krijgen m de

positie van de Amsterdamse Stratigrafie-Paleontologie groepering.

Doorbraak in het UvA-VU overleg

In september 1975 treedt een nieuw VSF-bestuur aan Wiggers wordt als decaan

opgevolgd door Van de Fliert", Maaskant blijft als secretaris deel uitmaken van het

bestuur en de positie van de hydrogeoloog Rijckborst (in verband met diens ver-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen