GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 73

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

71 werden der Natur" de „Culturaufgabe der Menschheit" is, en alleen die handeling zedelijk mag heeten welke daartoe strekt, krijgen wij een autonome moraal, los van de_ religie, en tot dit aardsche leven beperkt.

En deze

drie trekken zijn eigen aan heel de moderne ethica, die thans als sociaaleudaemonistische en evolutionistische twee hoofdstroomingen vertoont. De eerste wordt vertegenwoordigd door COMTE, den ontdekker van het altruïsme, van het „vivre pour autrui", het leven in den dienst der menschheid, als de eenige norm van wat zedelijk goed is. Dit altruïsme wordt dan in Engeland door MILL, als utilisme, in de bekende formule gebracht van „het grootst mogelijk geluk voor het grootst mogelijk aantal".

Vóór eenige jaren is

dit eudaemonisme door PAULSEN in dezen zin gewijzigd, dat hij trachtte in de verbinding van het sociale met het individueele geluk het doel der zedelijkheid te vinden. Een poging, die in zooverre belangstelling verdient, wijl zij ingaat tegen de neiging van heel de modern-philosophische ethiek, om het individu op te offeren aan de gemeenschap. De tweede, de evolutionistische strooming, vindt haar eminenten vertegenwoordiger in WUNDT. Ook deze ethicus huldigt de autonomie. Hij verwerpt echter het eudaemonisme en stelt als zedelijk ideaal het medearbeiden aan die geestelijke scheppingen op het gebied van kunst, wetenschap en beschaving waardoor de „geest der menschheid" naar zijn volmaking streeft, en de „Gesammtwille", waaraan, in ieder stadium van diens ontwikkeling, het individu zich te onderwerpen heeft, zijn doel stelt. Andersoortig dan het evolutionisme van WUNDT, hoewel uit dezelfde pantheïstische gedachte opkomend, is dat van den apostel der evolutietheorie, HERBERT SPENCER, den schrijver der D a t a o f E t h i c s .

SPENCER

wil vooral het ontstaan der zedelijkheid verklaren en wel uit het beginsel der ontwikkeling, die ontwikkeling dan, met uitwissching van alle grenzen, in den zin van het oude ,,alles vloeit" gedacht als een beginsel dat, volgens hem, het gansche universum beheerscht.

Uit den strijd tusschen

egoïstische en sociale neigingen laat hij in verband met het atavisme of de erfelijkheid,

het altruïsme ontstaan.

Eerst in de verre toekomst als,

om in de tale Kanaans der evolutie te spreken, de „aanpassing" van het

V, p. 436. PAI,JIEK zegt ilaar op p. JliS: „Was Jen Sclüeiermacher'sclien Begi'itf des liöclisten Gutes verderbt liat, das ist das Ablelineii alles Transcendenten", waardoor het .,geograpliiscli auf diTsclben abgesclilosscnen Kaum, den imserer Planet einnimnit beschrankt wird".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's