Zedelijkheid en recht - pagina 93

89 dit slechte in het toevallig element zijner normen recht is; als men bedenkt, dat recht, ook slecht recht, recht blijft zoolang het geldt. Aristoteles, wij hebben het straks gehoord, leerde, dat het nomimon dikaion wel aanvankelijk, d.i. vóór zijn vaststelling, zonder dat het eenig verschil maakt, zoo of ook anders kan zijn, maar dat het deze zijn onverschiUigheid. of toevalligheid na zijn vaststelling verliest. En de christen weet, dat de menschen, door wie het Gode belieft anderen te regeeren en die daarom ook voor die anderen het recht vaststellen, de machten zijn, door Grod geordineerd, waaraan alle ziel onderworpen moet zijn (Romeinen 13 : 2). Het positieve recht is voor zoover het in het toevallig element zijner normen God niet dient en daarom slecht is, een kwaad ; een kwaad dat zich wreekt; een kwaad dat God wreekt. Want in stee van vastheid te geven aan het sociale leven, zal het, als een knellende band, dat leven, hetwelk er zich tegen rekt en strekt, wonden. In stee van met zijn dwang niet tot een vreeze te zijn den goeden werken maar den kwaden (Romeinen 18 : 3), zal het tot een vreeze zijn~ook hun, die willen werken het goede, om. straks, voor hen een coUisie te veroorzaken, als eens voor Jezus' Apostelen in Jerusalem. Zulk een slecht recht, slecht omdat het in zijn toevallig element God niet of ook niet meer dient, dient, als zijn naaste doel, dan ook niet of niet meer het gemeene best der gemeenschap.

Is de idee van het recht in ruimer zin Gods

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen