GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zedelijkheid en recht - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zedelijkheid en recht - pagina 108

Rede, gehouden bij de overdracht van her Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

104 Door ernstige krankheid verhinderd de plichten daaraan verbonden vóór de Kerstvacantie te vervullen^ breng ik hier mijn dank aan mijn vriend en ambtgenoot Dr. J. Woltjer voor al wat hij, als Pro-rector, toen voor mij is geweest en voor mij heeft gedaan. Uit de vensters van mijn ziekekamer heb ik de boomen van de stadsgracht zien dorren, niet zonder vreeze vaak van lentegroen niet weer te zien. God, Dien ik aanriep in den dag der benauwdheid, heeft mij uitgeholpen. Hem zij ook hier mijn dank. Mijn eerste plicht, dien ik als Rector vervulde, was de zeer droeve van te moeten spreken bij het graf van mijn ambtgenoot P. Biesterveld. Laat mij hier mogen herhalen wat ik daar heb gezegd, dat zijn sterven voor ons ook hierom zulk een zwaar verlies is, wijl door hem de Nieuw-Testamentische studiën tot een hoogte aan onze Universiteit waren opgevoerd, op welke zij tot dusver nog niet hadden gestaan. Tot zulk een droeven plicht zag ik mij als Rector nog eenmaal geroepen, toen in het stille Vorden onze Curator Dr. A. J. W. Monnik werd uitgedragen. Ik mocht, wat hij voor onze Universiteit is geweest, in dankbare herinnering aan zijn groeve doen gedenken. En waar ik onzen dooden gedenk, daar vergeet ik niet de ontroering bij en het medegevoel onzer ziel met de smart van onzen hooggeachten Professor Rutgers over het sterven zijner trouwe en liefdevolle gade, die voor onze beginselen en onze Universiteit op menigeriei wijze getoond had een zoo warm hart te bezitten. Maar niet alleen van weedom en smart, doch ook van wat ons hart verblijdde heb ik te spreken. De Universiteit van Leuven erkende de weten-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's

Zedelijkheid en recht - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's