GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 30

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

-

28

-

kuituur een dogma gemaakt had, moest de Grieksche historie feitelijk eindigen daar, waar handhaving van dat dogma onmogelijk werd, d. i. toen Hellas in ALBXANDEE'S wereldrijk werd opgenomen: voor het classicisme telt de Hellenistische periode niet mee, of liever, het moest haar om den niet te miskennen invloed van het Oosten, die zich in haar openbaart, als iets on-Griekschs, iets heterogeens, verwerpen. Rekent men daarentegen met den samenhang, die reeds in de oudste tijden blijkt te bestaan tusschen dezelfde landen, die onder ALEXANDER samengevoegd worden en, dank zij die samenvoeging, een steeds inniger kultuureenheid vormen, dan komt de zaak geheel anders te staan, en wordt voor den band tusschen Helleensche en Hellenistische geschiedenis het oog weer geopend. Zoo is het feit, dat het Hellenisme in de klassieke philologie thans weder op den voorgrond staat, niet slechts teekenend voor de richting, waarin de moderne wetenschap der oudheid zich beweegt, maar tevens een symptoom, dat ook van de zijde der klassieke philologen aan het Oosten weer grootere beteekenis voor het object hunner wetenschap toegekend wordt. En nu ten slotte de vraag: hoe is tegenover de verbijsterende veelheid van al deze nieuwe en onverwachte dingen ons standpunt? Men zou kunnen betwijfelen, of afzonderlijke bespreking daarvan, na het tot dusver opgemerkte, nog wel noodzakelijk is: Christelijk en wetenschappelijk standpunt kunnen voor ons immers nooit tweeërlei zijn; ook in de uiteenzetting der feiten, ja in de keuze van het onderwerp, openbaart zich het beginsel; en dat naar mijne meening de universeele behandeling der oude historie, die thans alom ingang vindt, door ons met vreugde te begroeten is, zal wel niemand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912

Rectorale redes | 48 Pagina's

De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1912

Rectorale redes | 48 Pagina's