GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 17

Rede gehouden bij de overdracht van het rektoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 Daarmee is echter allerminst gezegd, dat die oude schrijvers- rn^j^ het Goddelijk gezag, dat evangeliën en brieven krachtens hun oorsprong hadden, reeds opmerkten en erkenden ss). Eer het tegendeel. Voor die U misschien wat kras lijkende uitspraak heb ik goeden grond. We kunnen ons n.l. wel eenigermate een voorstelling vormen, hoe het in de oude kerk is toegegaan. De Christenen beginnen als vanzelf met het Oude Testament, waaraan ze, gelijk Christus het hun had geleerd. Goddelijk gezag toekennen. Daarbij komt nu in de eerste plaats het woord van Christus. Wat Hij gesproken had, had en hield gezag en men beriep^ziciTëT op om leer en leven te regelen. Zoo zien we het reeds bij den apostel Paulus, die meer dan eens naar de eigen uitspraken des Heeren verwees®"). Bij Paulus sluiten zich de oudste kerkvaders aan. Maar al spoedig verandert de toestand een weinig. ^ Voor het woord van Jezus had men geen andere bronnen dan de evangeliën. En zoo komt de uitdrukking in zwang: De Heer spreekt in het evangelie. Wat dan gezag heeft is, niet het geschreven evangelie,, maar het woord van Christus in het evangelie te vinden ^i). Het optreden der ketterij (eerst Marcion, later ook nog Montanus) moet er toe hebben bijgedragen, dat men meer en meer afging van de mondelinge traditie om zich te houden aan het geschreven woord, te meer waar die ketters zich telkens weer op schriftelijke bronnen beriepen. Basilides en Herakleon zijn de oudste exegeten van boeken des Nieuwen, Testaments. Maar als vanzelf ging allengs het gezag van denjnhpud, op het boek over, zoodat de evangeliën niet meer alleen historisch gezag hadden, maar zelf als boek Goddelijk gezag kregen. Dezen, overgang vinden we bij Justinus Martyr, wiens bijzondere wijze van spreken over de evangeliën juist dan goed te verklaren is, als men in het oog houdt, dat bij hem langzamerhand en als onwillekeurig hetgezag van den inhoud aan 't overgaan is op het boek «2). Bij Dionysius van Korinthe hebben de evangeliën ongetwijfeld Goddelijk gezag «3). Nog een faktor werkt daarnevens. Alles, wat we van Christus weten,. weten we door de apostelen. Jezus zelf heeft hen geroepen en uitgezonden en de Zijnen aan hun woord gebonden 64). Twee evangeliën zijn zeker van apostelen en reeds van oude tijden af, zien we het pogen om aan te toonen, dat achter het evangelie van Markus het gezag van Petrus staat en achter dat van Lukas, het gezag van Paulus ^OOnder de brieven staan die der apostelen vooraan. Zoo is o Kiipioq tot op zekere hoogte identiek met oi kTÓa-ToXoi, van Jezus hebben we geen letter schrift en Zijn majesteit is het, die aan het woord der apostelen, luister bijzette). Zoo zien we, dat de bron voor nieuw gezag uitsluitend gezocht wordt in Hem, Die den dood overwon en Die door apostelen Zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's