Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 68
Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam
60 aesthetiseeren; laten groeien, zien groeien; natuurlijke uiting, en zelfsbeluistering; alle eerbied en aanmoediging voor „het eigene", alle toegevendheid voor fouten tegen het algemeen*geldende: wat is fout? is iets eigenlijk wel fout? en wat is geldig? Algemeene taalwetenschap in allerlei doses; en geen grammatica: dat bleef over voor de universiteit. ^" Of grammatica, expresselijk ingericht om de heerschende schrijftaal en spraakkunst grondig af te breken. ^^* Men zag het gevaar niet, of nam het in den koop toe. Waar de ouderwetsche oefening en controle de gebrekkige taal niet konden uitroeien, zou daar de natuurlijke evolutie bij in vrij* heid gekweekte belangstelling geen gezegende uitkomsten bren* gen? De uitkomsten waren verbijsterend; de „natuurlijkheid" nam hand over hand toe, evenals de slordigheid, wanorde, ban* deloosheid. ^^^ De chaos trad in; maar wie ergernis toonde, werd een in vooroordeel opgesloten conservatief geacht. Men lachte wat om dien „chaos": het woord werd een geijkte grap. De over* heid deed niets; wie klachten inzond, jaar op jaar, schuurde den Moriaan. Het was de tijd, dat toegevendheid en „tact" op allerlei gebied alles ten goede moesten wenden, en, uitgelegd als zwak* heid, alle vastigheid en gezag tot een bespotting dreigden te maken. De taalanarchie werd openbaar geduld en gekweekt. Terpstra kwam, en poogde orde te brengen; hij gaf veel toe — veel te veel —, om meer te handhaven. Men nam op afrekening aan, wat hij toestond aan de mannen der taairevolutie, en be* kommerde zich om zijn voorschrift tot handhaving niets (een mogelijke uitzondering doet niet af). De chaos moest eerst alles hebben opgezwolgen, en dan zou de nieuwe orde daar vanzelf uit geboren worden, zoo scheen de verwachting; het is een echt revolutionnaire gedachte. Van staatsbemoeiing wilde men dan ook niet weten, nog steeds niet; de regeering moest maar capitulee* ren, wanneer de toestand volkomen onhoudbaar was geworden. Wij hebben de ontmoeting tusschen beide partijen pas beleefd, en de sluiting van het zonderlinge zoogenaamde „compromis", waarbij de regeering bijna alles, ook den hoofdeisch, op één klein voorbehoud na, toestond, en de School van Kollewijn, vrijwel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's