GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 131

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

123 193 Verheugend is, bij mijns inziens veel te ver gaande veroordee* ling van de oude spraakkunst, het verzet tegen de minachting in en buiten ons land voor de denksgrammatica (bv. bij Bally — is het hier wel zoo erg? — Betz, Pressey) bij Langeveld a.w., inzonderheid hoofdstuk II, en IV (Taalonderwijs in dienst van de geestelijke ontwikkeling). Zou toch de oudere grammatica, zoolang de vereischte nieuwe niet voor gebruik gereed is, niet nog zekeren dienst kunnen doen tot meer oefening in logische onderscheiding bij minder „botaniseeren" en aesthetiseeren? Wij hebben ook reeds Overdiep's Moderne Nederlandsche Grairn matica, die ver over de ook z.i. arme „omgangstaal" heengrijpt, en daarbij volle aandacht schenkt aan onderscheiding van woor* den, vormen en functies. — Een pleidooi vóór het behoud (zij het met grondige vernieuwing) van de „grammatica normativa, pre* cettistica" al in 1912 in het bundeltje II Concetto della Grammas tica, met bijdragen o.a. van B. Croce en K. Vossler. Zie bv. xviiis XIX: „l'osservazione naturalistica non potra mai prendere il posto del buongusto, e il filosofo o il glottologo non soppiantera mai il grammatico". — Een onmisbare rol kent ook Séchehaye nog toe aan een grammatica met autoriteit in Germ-srom. Mschr. VI 291, 302, 348, 351. 194 Ik zie, niet zonder verwondering, dat er in 1933 werkelijk een Rapport is verschenen, dat voor de gymnasia het idee oppert van een universeelen grammaticalen leergang, met het Latijn als basis. Het lijkt, of men weer eenigszins tot het standpunt der 16e en 17e eeuw terugkeeren wilde. Geen wonder, dat er bezwaren rezen. Langeveld a.w. 27. 195 Vgl. KoUewijn (naar Jespersen), Opstellen^

109.

196 Over de waarde der archaïsmen zie o.a. K. Vossler, Ges. Aufsatze z. Sprachtphilosophie (1923) 193*199 en vooral 256. 19*^ Ik wijs slechts enkele, vrij willekeurig gekozen, uitspraken aan: A. Walter: „jede Schriftsprache in gewissem Sinne immer eine Kunstsprache" (sprekend over het Attisch); Indogerm. Forsch: 48 (1930) 305. — Frings dringt in Teuthonista 3, 149 aan op afbakening van grenzen tusschen schrijftaal en omgangstaal. In Zs. f. d. Altert. 67 (1930) 170 neemt Jellinek dit met instemming over, daarbij wijzend op Noreen, Vart Sprak. — Heel de school van Vossler, de „idealistische Neuphilologie", heeft gebroken met de positivistische, naturalistische taalbeschouwing der „Jungs grammatiker." Zie zijn Positivismus und Idealismus in der Sprachf wissenschaft (1904), waarin hij zich als volgeling van zijn vriend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's