GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 122

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 122

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

114 al Buitenrust Hettema, Taal en Lett. 5, 52*55: beroep op de „Neus grammatiker", op Paul inzonderheid, maar ook op Brugmann e.a. „De nieuwe taalwetenschap heeft allereerst een andere metode: dezelfde die men ook volgt, tegenwoordig, in de natuurweten* schappen": feiten verzamelen, waarnemen, constateeren in „het nu'. Niet het heden zien in het licht van het verleden, maar „die Projektion der Gegenwart auf die Vergangenheit" [het woord is van Brugmann, maar het kan een gevaarlijk wapen worden in anderer handen], „'t Nu, niet 't Verleden als norm. Waar, in wel* ke wetenschap, stelt men toch de oudere toestand, als algemeen maatgevend, als norm, voor de tegenwoordige? Zósdoen maakt Taaistudie tot een wetenschap, naast de anderen [?] stelt zijn [?] resultaten naast en gelijk met die van de natuurkundige weten* schappen". [Dit is althans duidelijke taal]. De „uitkomst" van deze natuurwetenschappelijke onderzoekingen, ten slotte heel het indogermaansch omvattend, heet allermerkwaardigst: „Alle taal is individueel". En de taal van allen tezamen, ontdaan van de persoonlijke eigenaardigheden, dat is „de spreektaal, de gewone". Bij den kunstenaar „kan deze taal „kunst" worden, vanszelfs!" Zou dit een vrije vertolking van Paul moeten voorstellen? Hette* ma opereerde ook al vroeger met Paul, Brugmann, Sievers, V. Henry, e.a. Taal en Lett. 2, 313*362. Maar hoeveel gematigdheid kenmerkt Paul nog tegenover zulke doordravende discipelen! Zie b.v. Prinzipien, Kap. 23: Die Gemeinsprache. — Wundt, die pas tegen zijn 70ste jaar zijn taalpsychologische werk uitgaf (1900), en toen hevige tegenspraak van Paul ontmoette, werd door Talen in 1902 al in T. en Lett. 231*247 besproken, zonder dat deze in het conflict partij koos. — Van Ginneken leverde (eerst als J. v. Groe* nendaal reeds in T. en Lett. 1903, en daarna) in de N. Taalgids enkele taalpsychologische bijdragen, en verder was Simons daar de taaipsycholoog. Over het algemeen bleef het tijdschrift echter dicht bij de opvattingen van Paul, niet het minst door De Vooys, al gaf deze in den aanvang wel eens een excerpt uit Wundt. 140 Levende Talen Oct. 1934, 239 (Kruisinga). Het geheele stuk is de moeite der lectuur waard, als een goed staal van consequente en onverdraagzame Kollewijnianerij. Het verschil van hen en hun heet bv. „een der zotste bedenksels", omdat „het Nederlands geen spoor van een datief vertoont, bij substantieven noch pronomina". Geen spoor: men zou toch zeggen! — Van Ham en Hofker a.w. IIP, 6: „Onze grammatika zal ons niet leeren, hoe we moeten", enz. — „konstateert hoe het is — maakt ons bewust, wat onbe* wust in ons leeft aan taalregels, taalgevoel, etc." 141 Ik denk hierbij niet het laatst aan De Vooys; zie o.a. zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 122

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's