GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 40

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

34 viging van de staatsmacht met de rechtsmacht een historisch proces is, dat met de strijd tussen de oude overheidsstaat en de moderne constitutionele staat begon en eerst voltooid is, waar de republikeinse of de parlementaire regeringsvorm zich heeft ontwikkeld. Eerst wanneer de rechtsidee de volledige overwinning over de o verheidsidee, de idee van de meerwaardigheid van de machtswil der overheid, behaald heeft, is in de moderne staat de oorspronkelijke toestand hersteld, die vóór het opkomen von de met georganiseerde militaire macht toegeruste overheid bestaan zou hebben: de volledige souvereiniteit van het oude volksrecht, dat door het volk uit zijn rechtsovertuiging gevormd werd"*). Zo was het in de oude Germaanse volksgemeenschap. Zo is het sinds de overwinning van het parlementaire stelsel weer het eerst in Engeland geworden, waar practisch slechts het onpersoonlijk gezag van „the rule of law" geldt, al moge de theorie, met name in de analytische rechtsschool van AUSTIN, nog vaak in de oude voorstellingen van een persoonlijk souverein of een souvereine staatsmacht terugvallen. Het critieke punt in KRABBE'S leer der rechtssouvereiniteit lag in het in principe uitgeschakelde competentieprobleem, dat zich bij haar uitwerking weer in zijn volle gewicht opdrong, zodra de schrijver zich rekenschap moest geven van de onderlinge verhouding der principieel verschillende kringen der samenleving, waarbinnen het recht tot positieve vorm komt. Dan zien wij KRABBE terugvallen in de Duitse theorie van de onbepaalde competentie van de staat tegenover alle „op een beperkter doel (genotsbevrediging) gerichte" verbanden. Deze onbeperkte competentie vloeit volgens hem voort uit het feit, dat het de gehele menselijke persoonlijkheid omvattend gemeenschapsdoel, dat in de hiërarchie der sociale doeleinden de topplaats inneemt, in de staat „verbandspersoonlijkheid" heeft gekregen. Dan lezen wij bij hem, dat, behalve wat het volkenrecht betreft, van een zelfstandige gelding van het recht tegenover de staat in de rechtsvorming geen sprake kan zijn, dat echter het staatse recht, ofschoon het zelfstandige gelding heeft, in geval van conflict heeft te wijken voor de meer omvattende internationale rechtsorde van de cultuurgemeenschap der volkeren**^). Waarop berust dan echter de competentie van deze hoogste en alle andere omvattende gemeenschap? Deze kan onmogelijk door de internationale rechtsorde zelve bepaald zijn, omdat die rechtsorde de competentie van de desbetreffende gemeenschap voor-onderstelt. Hier eindigen wij dus bij de volstrekte ^*) De moderne Staatsidee blz. 2—36. ^5) Die Lehre der Rechtssouv. S. 243 f. j° Staatsidee blz. 271. Het volkenrecht richt zich volgens K. niet tot de staten, maar rechtstreeks tot de individuen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's