GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het heilgeheim van Jezus’ lijden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heilgeheim van Jezus’ lijden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat deze'n heeng.lan. Joh. 18:8.

Toen de Galileërs onzen Heiland tot'Kioningwild^n verheffen, ontweek Hij'. Maar als de bende, door Judas aangevoerd, komt om Helri gevangen te nemen, ontwijkt Hij niét. Integendeel, Hij gaat uit, .om vrij'vrillig Zich aan te bieden. Even laat Hij Zijne goddelijke majesteit uitstralen en de met. zwaarden en stokken gewapenden storten neder ter aarde. Maar Haj doodt hen niet. Hij wil slechts toot*en, dat mfen Hem! niet gevaögeti nem'en, dat Hij zelf alleen Zich gevangen geven kan.

Het is een 'heerlijk woord, dat Hij spreekt tat de bende, wanneer dez0 Zijhe herhaald© vraag: „Wien zoekt gij'? " wederom 'beantwoordt met: „Jezus den Nazarener". Een woord, waarmee Hij' zorg draagt voor de veiligheid Zijner discipelen: , , Ik heb u gezegd, dat Ik het ben; indien gij' dan Mij z'oekt, zoo laat dezen heengaan".

Ook Zijnen discipelen dreigde gieivaar. Bij mogelijke onzekerheid aangaan.de den persoon, die voor het Sanhedrin moest worden gebracht, zou mea niet hebben geschuwd, heel den kring der Zijnen te omsingelen en allen gelbonden weg te voeren. Daai'om neemt Jezus , elfce onzekerheid weg. Met hel herhaalde: „Ik ben het!" voorkom'l Hij', dat men naar Hem nioet zoeken, èn dat dé veilige aftocht der jongeren in gevaar woirdt gebracht:

„Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat dezen heengaan."

Voor Zichzelf bedingt Jezus niets. Hij had ook kunnen zeggen: „Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat Mij vrij en ongebonden miet u gaanl" En ais dit verzoek ware ingewilligd, zou Hij Zich een smadelijke vernedering hebben iDespaard.

Maar neen. Hij vraagt niets voor Zichzelf. Alles, alles wil Hij ondergaan, indien, den Zijnen miaar geen leed geschiedt.

Het uitgelezen drietal Kdï'iffden hof •wél 'ifiét waken met. Hem, Hij' echter waakt voor hen en voor de anderen. Want Hij' is de Goede' Herder, Die '.•fisS Zijn léven''S'fe'l^voor de schapen. „Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat dezen heengaan."

In wat Jezus door dit woord tot stand brengt, heeft Hij het heilgeheim van Zijn lijden ontsluierd, het plaatsbe kleed end kariaJdter ervan heerlijk naar voren gebracht.

Hij geeft Zich gevangen, opdat de Zijnen .bullen ontkomen.

Hij laat Zich binden, opdat hun de banden worden bespaard.

De Onschuldige zegt: „Ik ben het!", opdat de schuldigen vrijuit kunnen gaan.

Zie, met hoe groote liefde Hij' optreedt als Borg. Ook op andere wij'ze had Hij voor de discipelen een frije baan kunnen m'aken.

Door macht ie stellen tegenoviör macht. Wat verhinderde Hem, met hét woord Zijher löajesteit de vijanden, die in höt stof ge^sonken lagein, voor goed ter neder te slaan, zoodat zij; geen hand naar Hem' uitsteken konden?

Wat Hem verhinderde? Zijne liefde. Want dan had Hij onze Borg niet kunnen zijh.

Indien Hij' macht had gesteld tegenover macht; indien Hij de bende had gedood möt den adem Zijner lippen, ja, dan ware Hij gered. Hij, en ook de discipelen. Maar — wat zouden dan de gevolgen zijn geweest?

Zeker, dan hadden de jongeren óók de vrijlhfeid verkregen, doch — welk eene? Slechts' eien uiterlijke, een tijdelijke. Dan waren hun' zondebanden niet verbroken. D-an zouden ziji, en wij miet hen, neerliggen in de verlorenheid, waarin de zonde ' ons heeft gebracht.

Want van tweeën één — zoo stond onze zaak voor den heiligen God — óf Jeziis mioest Zich overgeven in de handen der menschen' als onzie Borg, om te dragen Gods toorn en te verzloenen onze schuld, 6f op ons bleef rusten de vloek, - .miet geen ander vooruitzicht als de 'eeuwige dood.

Indien Jezus macht had gesteld tegenover macht. Hij zou Zich aan den lijdensweg hebben onttrokken. Maar dan, zou het zwaard der goddelijke gerechtigheid eeuwig ons hebben achfce'rvolgd. Dan ware de triumf aan den Satan geweesl. Dan had gieen enkele zondaar zich kunnen ontworstele'n - aan diens heerschappij.

Gode zij dank, Jezus is onze Borg. ..: ; .; „; ; , , , v.~ Daarom stelt Hij liefde tegenover machfBÖ^ liefde van den Herder, Die het zwaard niet ontwijkt, dat tegen Hem is ontwaakt, om alzoo door Zijn sterven ons van den dood te bevrijden.

Door Zijn discipelen in teedere trouw, ten koste van Zichzelf, vrijen aftocht te verzekeren, draagt Hij zorg, dat het evangelie Zijns koninkrijfc's, in de geheele wereld gepredikt zal worden.

Door hen te behouden, • behoudt Hij allen, ' dil^' door hun woord in Hem zullen gelooven. '

Door voor hen de Borg te zijn, is Hij ook onze Borg, indien wij Hem aanbidden als onzen Heehe en God.

Uit degenen, die de Vader Hem gaf, heeft Hij niemand verloren, en zal Hij niemand vediezen. Hij, Die bij Zijne gevangenneming Zijne jongeren en in hen Zijne gemeente heeft gedekt met Zijn schild, gered door Zijn liefde, vrijgemaakt door Zijn offer, zou Hij', nu Hij gezeten is op den troon Zijner heerlijkheid, niet instaan voor de bewaring, de veiligheid, de zaligheid, van al Zijn gekoöhten?

Wees daarom getroost, gij', die Jezus liéfhebt. En aanbid het heilgeheim des Hjdens van uw Borg, het onnaspeurlijke wonder uwer verlossing.

Voor Jezus de banden, voor u de vrijlating. Voor Hem de strij'd, voor u de overwinning. Voor Hem de dood, voor u het leven.

Hij, bukkende onder Gods recht, opdat gij ? oudt roemen in genade.

Hij, dragende des. Eeuwigen toorn, opdat gij wandelen zoudt in 't liefelijk licht van Gods vertroostend aangezicht.

Hij, gezocht door Zijn vijanden. Gij, die Zijn vijand waaxt, gezocht-door Hem'.

Gezocht én gevonden. Verlost en gezaligd. Loof den Heere, mijne ziel, en vergieet geene van Zijne weldaden!

C. LINDEBOOM.

Verbetering. In de meditatie van het vorig nummer staat (bl. 194, kolom 2):

En als gij ze niet 'vindt, dan ziet ze daar dén Christtts Gods en spreekt ervan. Lees: DE Christuis'.

In kolom 3 staat: dat Hij niet de stemme der bergen, maar den levenden G-od bleef zoeken. LeieS: niet, de stoimme bergen, msusuc ...., enz.

S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Het heilgeheim van Jezus’ lijden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1922

De Reformatie | 8 Pagina's