GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt gevraagd: ïs Satan bekend met het leerstuk der uitverkiezing en weet hijl, wie der aardbewoners wel en wie niet uitverkoren zijn? Zoo ja, hoe dan te verklaren, het nog steeds rondgaan als een brieschendo leeuw, aangezien hij toch geen der uitverkorenen blijvend kan verslinden?

Wij! moeten aptoerken, dat een vraag als deze zoo niet gesteld kan worden. Vooreerst, wie spreekt over het bekend zijn van Satan met het een en ander, begint met ons menschelijfc geestesleven en zij'n bezigheden op Satan toe t© passen. Wij zijh er niet mee bekend, of Satan bekend is met hetgeen ons bekend is. De Schrift opienbaart ons alleen iets omtrent het geloioven der duivelen. Joh. 2:19.

In de tweede plaats: stel, dat Satan met de uitverkiezing „bek©nd" was, stel zelfs, dat hij: -w-ist — laten we ons voor een oogenblifc eens in den gedach-' tengang van den vrager verplaatsen — wie wel en wie niet uitverkoren waren (waaraan - wij^ voor ons w©l zoud©n will©n twijfelen), dan moet men doorgaan en Oiok verder op Satan het bijzonder© van ons me-n-i schelijk leven toepassen.

De dronkaard weet heel goed, dat de drank hem' schad© doel, maar drinkt toch. Wat we weten, beheerscht ons handelen niet. Er is een zucht in Satan, z'n heele bestaan is om zich tegen God te verzetten. Dat kan hij niet laten, hij moet dat doen, ook al weet hij, dat het hem niet geeft. We zouden nog willen •wij'zen op Matth. 8:29. D|e duivelen weten, dat ze gepijnigd zulten worden, maar — niet voor den tijd. Ze werken hun eigen tijd uit, vgl. ook Openb. 20:3 (een kleinen tijd ontboinden).

Een vrager maakt oplmerkzaam o^ e^ij. - «itlating in ©en Rooirasch tijfechrift, en vraagt, {^ Rotn© d© leei-, dat buiten de Rooimsche kerk geen 2gy^j; ©; id is, heeft losgelaten.

We zouden - kunnen antwoorden door t© verwijzen naar hetgeen Prof. Bavinck schreef, „Geref. Dfogmatiek", 4© deel, 2e dr., blz. 337 vlg., Waar hijl o.a. apmefkt: Tegenover deze feiten (n.l. dat er zooveel Cbkstenett builen de Roomsche kerk leven) is het ntjèt rol te houden, dat ©r buit©n de Rooimsche kerk géèir zaligheid is. Het valt de Roamschen zelf moeilijk, aan deze leer getrouw te blijven; velen zijn tot concessies - geneigd. Zij maken ond©r3cheid, di© bewust, opizettelijk.... de kerk verlaten en hen, die meegesleept en veileid worden.... Vlg. - ook Dir Dijk „Buiten de kerk geen zahgheid", blz. 38.

Er - wordt ons gevraagd, of het weaschelijfc is mee te doen aan de z.g. „VV'eök der Gebeden.".

Ons antwoord luidt, dat daarop' niet een voor alle plaatsen en onder . aJle omstandigheden geldend antwoord is te geven. De week der gebeden gaat eigeni lijk uit van de Evangelische Alliantie. En deze Alliantie heeft tot grondslag de Apostolische Geloofsbelij'denis. Op zichzelf is er niets tegen o'in met menschen, die op dezen grondslag staan, die Christenen zijh, samen te bidden.

Daarmee is echter de vraag nog niot beslist. Al dadelijk moet er aan toegevoegd, dat volstrekt niet zoiQ zeker is, dat aJlen, die aan de "Week der Gebeden deelnemen, werkelijk qpi den grondslag der Apostolische Geloofsbelijdenis staan. Dit is op de eene plaats anders dan op de andere.

Een volgende opmerking is, dat men ook dient te overwegen, welke redenen en welke gevolgen het meewerken aan de Week der Gebeden heeft en dat is ook niet op alle plaatsen hetzelfde. •

Is het inderdaad de bedoeling althans eens een enkel oogenblik gemeenschap te oefenen met allen, die den naam van Christus belijden? Diaar tegen kan geen bezwaar zijn. Of is het de bedoeling zich eens even te ontworstelen aan een kerkelijk verband, dat men als een last voelt? Dian staat de zaak in eens heel anders. Is er heel geen gevaar, dat de menschen^ die men tot de Week der Gebeden noodigde nu ook eens naar de Hervormde of Luthersche kerk zullen gaan oan daar dien danunee nog eens fe hooïen, m.a.w. bestaat er geen gevaar, dat leerstellige on kerkelijke verwatering volgen zal, dan zouden we geen bedenking hebben. Maar is de bedoeling juist ook eens een ander dan de eigen dominee te hoioren en is de week der gebeden piraktisch ook een propaganda van anderen onder de leden onzer kerken, . dan gevoelt men het bezwaar.

We hebben, dunkt ons, genoeg geschreven, om te laten gevoelen, dat hier geen algemeene regel te stellen is. Ieder moet dat op zij'n plaats, voor God en zijn geweten uitmaken. Hij lette daarbij' echter niet alleen op den oorsprong der instelling, maar ook op wat ze nu is en op de verantwaordelij'kheid, die hij op zich neemt tegenover anderen, die misschien niet weten te onderscheiden, wat hij: zelf onderscheidt. Groote voorzichtigheid blijft eisch, maar men oordeele ook nie­ mand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

VRAGENBUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's