VRAGENBUS.

(Vragen uitsluit'end te richten aan Pvof. Dr F. "W. Grosheide, Amsteldij'k 83, Amsterdam.)

Er zijn enkele vragen binnengekomen, die .zich voor beantwoording in deze rubriek heel niet leeneii, daar ze slechts ia een reeks van artikelen zouden lainaen Wiorden beantwoord. Ons is b.v. een vraag gedaan over het Chiliasme, niet O'm even te zeggen, wat dat is, maar om 'Over het Chiliasme een uiteenzetting te geven in verband met verschillende Schriftplaatsen. Hier mogen we toch verwijzen naar de litteratuur over het Chiliasme, we nO'emen nu maar het boekj'e van Ds H. Hoekstra, „Bijidrage tot de kennis en de beoordeeling van het Chiliasme, eene beschouwing over het Duizendjarig Rijk".

Dezelfde vrager wU iets weten over de Indische Kerk. Daarover zou ook heel wat te zeggen zijn. In het koirt zij' medegedeeld, dat in Indië bestaat een Protestantsche Staatskerk, die door de overheid wordt anderhonden en bestuurd wordt door den Grouverneur-Generaal, onder toezicht van het Bestuur over de Pro-iestantsche Kerken in Indië. Alle Protestanten in Indië, die niet verklaard hebben om de een of andere reden niet tot deze Indische Staa.tskerk te behooren, worden geacht leden van haar te zijn. Die piredika-uten van de Indische Kerk Wiorfen benoemd door de Koningin en hun W'Ordt door den landvooigd een standplaats aangewezen. Die Gerefarmeerden in Indië behooren t, o1 degenen, di(3 niet tot de Staatskerk willen behooren en leven daarom saam in eigen kerken.

Eindelijk vraagt dezelfde vrager naar het verba.nd tusschen kunstontrO'ering en ontroering der ziel in den godsdienst. Wat ziülen we daarvan zieggen? Zulke vragen raken het verborgen zieleleven, waarvan zoo weinig bekend is. God heeft onze z'iel zóó geschapen, dat ze ontroerd kan worden, maar de aard der ontro-ering is verschillend, naar gelang van de oorzaak. Zoo is de ontroering in de religie van geheel anderen aard dan die .ontstaat door het smaken van kunstgenot. Dat ze samen kunnen gaan "in de religieuze kunst, kan niet worden 'ontkend, maar o.i. zal het diin toch zóó zijn, 'dat het karakter der ontroering ten slotte óf door de religie of door de kunst eenzijdig wordt bepaald.

Wat staat er letterlijk, zoo wordt er gevraagd, Koran 4, 38 a. b, c en d.

_We zijn het Arabisch niet meester en zijn daarom, niet-in staat lOipi die vraag een zelfstandig antwoord te geven. Als we afgaan mogen op een goede vertaling, luidt de bedqelde plaats aldus: Mannen staan

hooger dan vrouwen, omdat God sommigen van 'hen boven anderen verheven heeft, en omdat zij' uitgeven van hun weelde: en de deugdzame vrouwen, to-egewijd, Z|Orgvol in de afwezigheid van haar echtgenooten, daar God voor hen gezorgd heeft. Maar zulke, wier slechtheid gij vreest, vermaant die en houdt ze in slaapkamers en slaat ze; maar indien ze zich aan u ondervvei-p^n, Zioekt dan geen weg tegen haar. Waarlijk God is hoog en groot!

Een lezer vraagt am een definitie van de menschelijike ziel en wenscht daarbij', dat die definitie niet in het opgeven van negatieve kenmerken zal verloopen.

Dieze lezer bedenke vooreerst, dat zich niet alles definieeron laat-Een goede definitie is alleen dan te geven, indien het te definieeren ding teru-g te brengen is tot een groep, waartoe meer soortgelijke dingen behooren, die duidelijk van elkander te onderscheiden zijn. Hoe verder men teruggaat, hoe moeilijker het w^ordt een goede definitie te geven, ja op 't laatst is dat onmogelijk, omdat er geen hoogere begrippen zijh. Daarom laat zich de ziel ook niet definieeren. Men kan wel een soort beschrijving geven en b.v. zeggen, de ziel is een geest, door God geschapen, om met een uit de aarde genomen lichaam tot een mensch te wiorden verbonden, maar vooreerst is zulk een bepaling niet heelémaal juist en in de tweede plaats geeft ze niets, omdat~ ze het moeilijkste, n.l. hoe dan die verbinding met het lichaam is, onbepaald laat. In de tweede plaats bedenke deze vrager, dat een definitie wel voel waard is, maar ten slotte toch niet alles en niet beslist noodzakelijk. Wij kennen; lOok door het geloof, door intuïtie. Laat de vrager maai' eens beproeven te definieeren, wat een menseh is, wat de wereld is, wat liefde is, het zal hem niet lukken, toich weet hij zeer goed, wat onder deze en meer dergelijke dingen wordt verstaan.

Wat nu de tweede vraag betreft van denzelfden vrager, er bestaan , qver het ontstaan der zielen verschillende theoriën. De meeste Gereformeerden zijh aanhangers van het z.g. creationisme, , de leer, dat •elke ziel nieuw door God wordt geschapen. Juist deze th^eorie heeft veel voor zich met het oog op de leer van het verbond, de erfzonde etc. Toch mag niet vergeten, dat : Ctok het creatianisme volstrekt niet elk bezwaar oplost. Als de vrager dieper op de kwestie in wil gaan, leze hij' eens, wat 'Prof. Bavinck over deze zaak geschreven heeft „Dogmatiek", 2e deel, hl. 624—635.

Dat onze predikanten over vragcüi als deze zelden of nooit spreken, is volkomen te begrijpen. De Dienst des Woords heeft tot taak het geopenbaarde Woord Gods te verklaren ©n toe te passen. En G'Od heeft ons lOver al deze dingen in Zijin Woord slechts zeer weinig geopenbaard. We staan hier voor vragen, die het menschelijk verstand niet oplossen kan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen