GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zuster vraagt naar de bedoeling van Jezus' woord in Matth. 10:34—36: Meent niet, dat ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik ben gekomen om den mensch 'tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen hare moeder, en de schoondochter tegen hare schoonmoeder; en zij zullen des menschen vijanden worden, die zijn huisgenooten zijn".

Zij vraagt ér naar, wijl ze deze woorden van Christus meermalen hoorde gebruiken tot verklaring van twist en tweedracht tusschen menschen, die naar geest en vleesch beide eikaars familie waren, en die ze daarom tot vrede vermaande. En dan wist ze niet, wat daarop te airtwoorden.

Als ik tracht een antwoord te geven op; haar vraag, doe ik dat onder de uitdrukkelijke verklaring, dat ik me daarbij geen oogenblik partij stel in 't geval waiarvan ze me vertelde. Trouwens, dat was ook haar bedoeling niet. Haar verhaal 'deed ze alleen, om haar vraag te motiveeren.

Het klinkt oppervlakkig zeker wel wat vreemd, dat de Heere Jezus Christus, die vanoud, s door de profetie was aangekondigd als Vredevorst, bij Wiens geboorte de Engelen van vrede zongen, en van Wien de Apostel Paulus, denkend aan de vroegere \ijandschap tusschen Joden en heidenen, zeide: „Hij is onze vrede" — zelf verzekert, niet éénmaal, maar bij herhaling, dat Hij niet gpkomen is in de wereld om vrede te brengen, maar het zwaard, en zelfs de menschen, die elkander het naast bestaan, tweedrachtig te maken.

Toch is er tusschen het een en het ander geen zweem van strijd.

Het is ons aanstonds duidelijk bij de fijne opmerking, dié Calvijn bij Matth. 10:34—36 en Lukas 12:51 maakt: at „de vrede, dien de profeten aankondigden, (nl. .als vrucht van Messias' komst) als een, die altoos met het geloof verbonden is, nergens anders heerscht dan in den kring der ware godvruchtigen en in 't gemoed der vromen".

Nergens belooft de profetie aangaande Christus of Christus-zelf, vrede , aan de goddeloozen voor hun hart, voor hun onderling verkeer, of ook' voor hun verhouding tot de geloovigen.

En op de laatste heeft Jezus in Matth. 10 en Lukas 12, blijkens heel het verband, het oog.

Jezus heeft Zijn jongeren vermaand tot getrouwheid in 't belijden van Zijn Naam. Om hen te doen verstaan wat deze eisch inhoudt en wat ge-. hoorzaaniheid eraan van hen vergen zal, spreekt Hij hun van het verzet, van de vijandschap!, waartoe hun prediking en belijdenis de wereld zullen prikkelen. Ze zullen hun te staan'komen op breuke tusschen hen en die hun het naast bestaan: vader en moeder, broeder en zuster, zioon en dochter.

Dat verzet en die vijandschap, zijn natuurlijk niet in eigenlijken zin het doel van Jezus' komst in de wereld en van de prediking des 'Evangelies.

Integendeel, wat de liefde van Christus bedoelt te geven is vrede, en vrede in Zijn bloed is het wat het Evangelie zondaars verkondigt en aanprijst. Geloofden alle menschen in Christus, en gehoorzaamden ze allen Zijn Woord — dan zou het vrede worden in aller hart en vrede in heel het' leven.

Maar zoo doen niet .allen./O^giSfc'de Heere niet door Zijnen Geest het verzet breekt en het geloof werkt, daar prikkelen de verschijning en het woord van den 'Koning des vredes tot vijand'schap, , en tot verzet. En dit bittere verzet keert zich dan in al zijn felheid tegen degenen, die het Evangelie des vredes verkondigen en den Naam van den Vorst des vredes belijden.

Die vijandschap is niet te voorkomen, en, d: it verzet kan niet uitblijven, omdat het vleesch is zooals het is: omdat het bedenken des vleesches vijandschap is tegen God.

En het is om die onvermijdelijkheid van het oplaaien der vijandschap overal waar het woord van Christus gepredikt en Zijn Naam genoemd wordt, dat Jezus zegt gekomen te zijn om hst zwaard te brengen, om vuur op de aarde te werpen.

Hij wist, dat Zijn woord, overal waar het gepredikt werd, de menschen zou scheiden in twee groepen: ' die gelooven en zich bekeeren, en die weigeren te gelooven en zich te Jsekeeren; en en dat deze laatsten zich, in hun vijandschap tegen God en Zijn Gezalfde, keeren zouden tegen de eersten.

Maar al zag en wist Hij dat — het heeft Hem niet weerhouden om in de wereld te komen, er Zijn werk te doen en Zijn woord te spreken; er Zijn Evangelie te doen verkondigen en Zijn Naam er te doen belijden. Hrj heeft het alles aanvaard, zooals 'het komen moest en komen zou. Hij rekende er van te voren op, dat dat de naaste uitwerking zon zijn. En in dien zin zegt Hij nu, dat Hij tot dat alles gekomen wa, s.

In overeenstemming hiermee teekenden onze iKantteekenaars op het woord , , zwaard" aan: d.i. oneenigheid en vervolging, die op de prediking zoude volgen, waarvan oorzaak is niet e'igenlijk Christus, die de Vredevorst is, of Zijn Evangelie, dat een Evangelie des vredes is (Ef. 6:15), maar de moedwil dergenen, die het verwerpen, en de geloovigen haten en vijandelijk vervolgen".

Doch al mag dit de naaste uitkomst zijn — het groote doel van Zijn komst is en blijft vrede te brengen aan de zielen en vrede te brengen aan de aarde.

We hopen, dat hiermee de bedoeling van Jezus' woord duidelijk zal zijn.

Daarmee is dan meteen duidelijk: ten eerste, dat de vijandschap die verdeeldheid en twist veroorzaakt niet uitgaat van hen, die Christus en Zijn Evangelie gehoorzaam zijn, ' maar, vlak omgekeerd, van de zijde der wereld, die den Christus verwerpt en tegenstaat; ten tweede, dat tot de vijandschap en den strijd, - die gevolg zijn van de komst van Christus, enkel behooren de haat en bitterheid, die ons overkomen om Christus' wille; en ten derde, dat Jezus' woord schandelijk misbruikt, wie er eigen twistgierigheid mee poogt te verontschuldigen, of er een schild in zoekt tegen billijke grieven van anderen, het mogen dan geloovigen.^ of kinderen der wereld zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1924

De Reformatie | 4 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1924

De Reformatie | 4 Pagina's