GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHODW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHODW.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vergee ste1ijking.

In 1708 deed Joh. d'Outrein intrede als predikant te Amsterdam. ïekst: oogl. 3:7, 8. Undervverp: Salomo's bedkamer, bewaakt door sestig helden.”

„De bedstede van Salomo" — zoo wordt o.m. in die preek gezegd — „was de iceriv des Nieuwen Testaments." ri'e strijdbare helden o.a. de opzieners; zij hadden als goede opzieners „het zweerd aan de heupe" en niet alleen „in hunne huizen of op de boekenkamers". De „schrik des nachts" zijn de .geestelijke aanvechtinjgen van. den vorst der duisternis en alle booze geesten. Curieus is wat van het getal zestig gemaakt wordt. „Het wortelgetal der ware kerk is lü, de maanden des jaars zijn ook 12. Nu is 5 X 12 = 60 en daar de Israëlieten bij vijven uit Egypte gingen, toont dit aan, dat altijd (.loor de helden üods er zijn.”

Zoo vergeestelijkte men in dien tijd. Als het in do hoofdstad des lands zoo gedaan werd door een man als d'Outrein, wat zal men dan wel te hooren gekregen hebben van de mindere goden?

'Men kan eerbied hebben voor dezen eerbied voor de „hoofdstad". Maar op het punt van vergeestelijking heeft do hoofdstad het nog wel eens wat hoofdigcr gemaakt dan de plattelandslheologie. Voorbeelden zouden te noemen zijn.

Froud en de bijbel.

In het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur" schrijft J. Hofker over Freud en de droomen van Genesis:

Het zal èn voor antifreudiaansche Christenen en voor antichristelijke freudianen wel een kleine schrik zijn te ontdeliken, dat er op enkele plaatsen van den zoo weinig freudiaanschen Bijbel toch. belangrijke stukjes freudianisme steken. Voor radicale freudianen althans, die, als de 'Aanhangers van elke radicale theorie, meenen dat zij pas de waarheid ontdekt hebben. Meer gematigde freudianen daarentegen zulten in dit feit een (natuurlijk enkel historischen) steun vinden voor hun leer.

Ik bedoeJ de droomuitlegging in den bijbel. Niet van elke droom. Als we lezen dkt een profeet of andere begenadigde het een of ander in den droom verneemt, zullen we hebben te denken aan een üi den droom gehoorde opdracht of voorspelling („De Heer sprak" „hel woord des Heeren'j hoogstens begeleid door het zien in den droom van God, van Christus of van een en, gel, die de woorden spreken. AVoorden, waaraan verder niets valt uit te leggen, die we dan ook letterlijk geciteerd krijgen. Het zijn droornen zonder symboliek.

Meer svmbolisch zijn daarentegen de droomen van Gen. 37/40 en 41.

't Minst die van den schenker en den baldter. Die personen zijn daarin niet gesymboliseerd, ze zijn ziclizelve gebleven. Beiden droomen over den tijd dat ze nog niet in de gevangenis waren. Zooals we somtijds in onze droomen terug zijn in lang afgesloten périoden van ons leven, den schooltijd b.v., Josef verklaart dit zoo, dat ze inderdaad de gevangenis .-nullen verlaten. De schenker om, zooals hij; droomde, weer zijn oude werii te doen. De drie (rarüien, korven) beteekent: drie dagen. Biji den schenker blijft het daarbij. ; Maar in den droom van den bakker verandert één Ideine trek de geluks-in een ongeluksdroom. Het wegpikken door de vogels van het brood uit de korven n.l. Dit verraadt het „achterliggende" cliché: den hangenden bakker, wiens Vleesch de vogelen wegpikken. De rest is onderdrukt en „overgedrukt" door het cliché van den met brood wandelenden bakker.

Geheel symbolisch, maar nog zeer eenvoudig, zijn Farao's droomen. Ee koeien en de aren zijn jaren, eerst de vette, dan de magere: De magere verslinden de vette, maar blijven mager. Dat beteekent: de hongersnood der magere jaren zal dra den overvloed en Avelvaart der vette jaren te niet doen, alsof die er nooit geweest was.

Eindelijk: Josefs kinderdroomen. In den eerste zijn de personen gebleven, ongemaskeerd. Alleen: als de schoven zijner broeders buigen voor de zijne (het in den wind heen on weder wiegelen van staande schoven Wordt door den droom overdreven, en gemaakt tot wandelen en zich ter aarde buigen, waarin tevens de ' schoven menschelijke trekken krijgen en , de symboliek doorschemert) dan blijkt daaruit: de schoven beteekenen de broeders en ouders zelve, de schoven zijn de symbolen der menschen. Dus eigenaardig: in één en denzeifden droom naast elkaar èn de personen èn hun symbolen.

In den tweeden droom zijn de menschen verdwenen, enkel hun symbolen zijn gebleven: zon en maan en elf sterren zijn symbolen van ouders en broeders.

Nog één trek eischt toelichting. Jacob bestraft Josef om zijn drooineii, de broeders haten en benijden hem erom. Benijden k^in men iemand alleen om iets werkelijks, dus niet om een droom, indien droomen bedrog zijn. Ze benijden hem, niet om den droom zelf, maar om de werkelijkheid, die de droom openbaart. D'us de droom openbaart een werkelijkheid. Deze stelling van Freud is ouder dan Freud. Is zoo oud en zoo algemeen als de wereld, alleen onderbroken door een korte periode van vVest-Europeesche Aufklarungs-wijsheid, dat droomen bedrog zijn. Zeker er is verschil tusschen Freud en do bijbelsche droomuitlegging. Wat men vroeger „nietaphysisch", „supranaturalistisch" verklaarde, verklaart l'reud psychologisch. Eigenlijk voorspellende dioomen erkent Freud niet. Alléén: voor hem ligt de toekomst dikwijls reeds opgesloten in 't onderbewuste van heden. Zoo verdoezelt het onderbewuste de grens tusschen heden en toekomst.

Dl a t de droom een werkelijkheid symboliseert, daarover zijn Freud en de antieken het eens. Alleen: in de verklaring van dit feit loopen ze uiteen. De antieke verklaring ervan is tweeërlei: of deze, dat de persoon in zijn droom ziet, wat hij, wakende, in zijn verblindheid niet zag. (Jacob's ladder-droom: „gewisselijk, zegt hij vol schrik na 't ontwaken, do Heer is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten"). Of deze, dat de ziel in den droom, het lichaa'm latende waar het is, op reis gaat en ver weg op ; aarde of in den hemel dingen ziet, die later de persoon als hij ontwaakt is, nu ook weet (zoo verklaart Paulus ook de visioenen die hij, heeft gehad).

De broeders benijden Josef, omdat ze gelooven in zijn droomen. Maar waarom haten ze hem, en bestraft Jacob hem? Kan iemand het helpen, als liij droomt, en v\'at hij droomt? Ja zeker kan hij het helpen. Als echte freudianen, zien ze in zijn droomen „wenschdroomen". Een kind droomt een stuk speelgoed te hebben, dat het overdag in een winkel of bijl een kameraadje gezien heeft, en begeerd, maar pa kan 't niet betalen. De droom als vertrooster, de droom maakt den arme rijk en stelt hem schadeloos, de droüin is vriendelijker dan het loven. Een jongen droomt dat hij roever is, of koning. Een mensch droomt dat zijn wenschen werkelijkheid zijn. En omgekeerd leeren zijn droomen hem zijn geheime wenschen, die hij zichzclvo wakende niet wil bekennen. Niet altijd zijn droomen vleiend, men loopt er dan ook niet mee te koop. Droomen zijn privaatlessen in zelfkennis. A'oor wie leeren wil. Dat droomen bedrog zijn, is dikwijls hoogmoedig zelfbedrog. Men droomt wat men wenscht. Zeggen we omgekeerd ook niet, dat iemand „droomt" van een kamerzetel? Een freudiaansch spraakgebruik. In sprookjes worden bedelaars koningen en arme houthakkers trouwen met prinsessen of ontdekken schatten. Sprookjes zijn gestyleerde droomen.

D'e broeders haten en de vader bestraft Josef om diens droomen, omdat ze, betere, freudianen dan hij, hem duidelijk maken, wat hijzelf niet begrepen had (anders had hij zijn droomen niet zoo naief verteld) dat hij, in zijn droom bezeten heeft, wat hij in het diepst van zijn ziel verlangt, dat hij diep in zijn hart een eerzuchtig, heerschzuchtig mensch is. Zijn droom.en hebben dat verraden.

Zoo mogen Freudianen wel wat voorzichtiger zijn voor ze op den bijbel neerzien. En Clnistenen, voor ze Freud zoo maar verwerpen. Beiden gooien daarmee hun eigen glazen in.

Men ziet, de schrijver is nog £Ü gematigd. Zóó gematigd, dat de radicale aanhangers van Freud, die in de droomen de se.xueele oerinstincten zien wakker worden en zich in bepaalde vaste symbolen, die de droom concreet maakt, uiten, niet gauw zullen toegeven, dat hier Freud aan het woord gelaten is. Hetgeen ook geen verlies is. Als in meer gevallen heeft Freud, ook op dit terrein, waarheden gezegd. Maar de vrienden van Freud zijn nog een beetje in de vleugelperiode; men staat verstomd, over wat zij in lezin-. gen e.d. durven voordragen, ook zelfs nog onlangs over de sexueele onderstroomingen in de kerkelijlce kunst enz. Maar aan de droomen van den bijbol zullen zij een harde noot te kraken hebben, zoolang zij nog aan de historische uitlegging der droomen vasthouden willen; want hun heele droom-symboliek staat daar buiten. En de gereformeerde, ook al zou hij verwoed freudiaan zijn, zal niet vergeten, dat deze droomen anders zijn, althans de openbaringsdroomen, dan de gewone, inzooverre zij door opzettelijke daad van God wor-den ingebracht in de ziel; al is natuurlijk een organische werking van het onderbewuste daarbij niet uitgesloten. Maar daar komen we op hot terrein van Prof. A'eldhuizen, die onlangs al den droom van Petrus te Joppe heeft verklaard uit plaats en omstandigheden.

Onhoffelijk en erger.

Dr P. Stegenga kan een heel enkelen keer zeer onheusch worden. D'ezen keer is hij erg onhoffelijk tegen mij. Maar ook tegen een dame. En dat laats'te is erg. Er is een dame gew'eest, vertelt hij, die hem mijn recensie over het boek van - svijlen D: r Obennan' heeft toegestuurd, met de vraag', , , o£ dat, nu eenis niet even moest worden recht-gezet". Dr Stegenga heeft de boodschap van de dame aangehoor-d, maar haar niet gegeven, wat zij, zoo beleefd vroeg. AA'ant hij heeft heelemaal niet recht-gezet. Het eenig'e wvit hij heeft gedaan, is, zonder argumenten, iets krom trekken.

En daar kom ik op zijn onhoffelijkheden tegenover mij. Hij noemt mijn recensie een „aanval". Och, arme. Het is wat zielig. Maar bepaald onchristelijk W'ordt het, als de heer Stegetaga zich veroorlooift, het volgende te schrijven:

dat het toch grievend was voor allen die dendoode hebben gekend en liefgehad, zóó zijii werk te zien afgekamd, met het kennelijk doel, om de gereformeerde jongeren in Rotterdam en elders, die misschien door hem zich hebben laten .•: ; egenen', op een duidelijke en barsche wijze te kennen te geven, dat het allemaal niets was, wat ze bij Oberman hebben gehoord, exegetisch, homiletisch, formeel, materieel, kortom overal te kort schietende, ten einde hen nu zóó te imponeeren dat ze voortaan zoet bij D, s Schilder c.s. hun zielevoedsel zullen zoeken.

200 Immers bij de gereformeerden zijn „gelukkig heel andere opvattingen over liet begrip preek dan Oberman heeft gehad".

Dat de aangeduide bedoeling inderdaad aanwezig is, tracht de heer Schilder te maskeeren, door een zeer zakelijken en objectieven toon aan te slaan.

Ik zal nu maar zwijgen over het feit, dat dit moois verschenen is in een blaadje van 16 Febr. en dat de schrijver me eerst zijn insinuaties liet lezen, toen ik, bijna een maand later, van een vriende hoorde, dat hij zoo zich vergeten had, AVaarna ik vriend'elïjk om een afschrift van zijn vonnis den zachtmoedigeiir rechter gevraagd heb. Maar ik wil even vaststellen, dat de motieven, die dr S. mij toedicht, puur en alleen uit zijn duim gezogen zijn. Ook ben ik de eenige, die dat met zekerheid weten kan; en deze criticus had zich niet van eenige poging tot bewijs mogen onthouden, als hij daar maar even zegt, dat ik uit den dood van iemand, dien ik den lof niet onthouden heb, munt wil slaan voor mijn zaakje en daarbij een huichelaar ben ook, die mijn bedoeling maskeer. Ik zou op het geschrijf van dr S. wel willen antw^oorden, maar op die manier niet. Zoolang hij zijn lastertaal niet royaal herroept (want het is pure hypothese) weiger ik hem te rangschikken onder de fatsoenlijke persmenschen. Laat dr S. zijn gehaspel haastig terugnemen, als hij wil, dat ik voor zijn meditatie aan den kop van hetzelfde blad nog eerbied hebben kan. Want dit is grof, omdat het gelogen is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHODW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's