GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De „lichamelijke oefening”.

Nu we verleden week over de Olympiade bezig waren, moeten we onzen lezers verzoeken, niet kwalijk te nemen,

dat we geen onverzicht kunnen geven van alle persartikelen, die ineens losgekomen zijn over den tekst, die in het debat gebracbt is, dat „de licbamebjke oefeiiino! tot weinig nut is"; wat dan op de gymnastiek en in bet algemeen op de sport werd toegepast We zullen volstaan met bet volgende duidelijke artikel van dr D. J. V. Kat wijle in de altijd lezenswaardige Westlandscbe Kerkbode:

Van dit woord (1 Iim. 4:8)~ bestaan twee uitleggingen:1. licbaaniskracbt, wat wij in onze dagen gyumastiek, sport, zouden noemen; 2. licbaamsbe'dwang; ascese, om door onthouding (vooral van vleescb, wijn, huwelijk) ©en boogeren trap van geestelijke volmaaktheid te bereiken. 2oo was reeds ten tijde vaa onze Statenvertaling (1(337) de stand der uitlegging; de kantteekeuing op dit vers luidt: ierdoor verstaan sommigen de oefeningen dergenen, die om den prijs streden met worstelen, loopen en anderszins, gelijk bet Grioksche woord gymnasia somwijlen beteekent, waardoor maar eenige licbauielijke weldaad werd verkregen; maar alzo-o Paulus bier handelt van zaken, die den Godsdienst aangaan, zoo verstaan anderen dit beter van eenige oefening des lichaams, waardoor bet getemd of getuchtigd wordt, als daar is vasten, waken, onthouding van spijzen of kleedingen anderszins geoorloofd. Van deze zegt dan de Apostel, dat zij wel eenige nuttigheid kunnen hebben, maar nochtans weinig ten aanzien van de Godzaligheid zelve, omdat die ook kunnen misbruikt worden, en in bijgeioovigheden verkeereu, gelijk Paulus getuigt Col. 11:23, waar de God.zaligbeid is Gode altijd aangenaam, en tot alles dienstig. — In deze kantteekening kan men ook zien, aan welke zijde de vervaardiger zelf staat: ij hen, die „lichamelijke opvoeding" houden voor onthouding in godsdienstigen zin, ascese. Hij volgt in dezen den grooten Schriftuitlegger der Gereformeerde Hervorming, Johannes Calvijn, die in zijn uitlegging op 1 Timotheüs aanleokent: Paulus) bedoelt met de „lichamelijke oefening" niet: agen of loopen of graven ol worstelen of handenarbeid: aar mot dezen naam noemt hi| alle mogelijke uiterlijke handelingen, die men uit godsdienstig oogpunt vereischt, b.v. wa.ken, lang vasten, ncderbukken , , op den grond en dergelijke meer". In gelijken zin liet zich ook de zeer geroemde uitlegging van J .L. van Mosheim uit. (177): — dat hier geenszins van allerlei licbaamsoefening, maar van zulke oefeningen gesproken wordt, welke de mensch tot dat einde onderneemt, opdat liiji ten strijde tegen de booze lusten, een ten overwinning van alle in-en uitwendige verlokselen tot zonde moge toegerust en bekwaam gemaakt worden. (Holl. vert. I. p. 589).

Blijkbaar is deze uitlegging, door de Statenvertaling en Calvijn voorgestaan, de juiste. In het 4e hoofstuk van zijnen eersten brief aan Timotheüs schreef Paulus in v. 1—5 over dwalingen, die in zijne dagen opkwamen. Eéne daarvan was de ascese, liet zich onthouden van spij'zen en het verbiedemj van het huwelijk, om daardoor in vro-ombeid en ('lodzaligheid toe te nemen. Paulus teekende ze in v. o: „verbiedende te huwen, gebiedende van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft tot nuttiging met dankzegging voor de geloovigen en die de waarheid bekend hebben."

In v. 6 ging bij daarna door, om aan Timotheüs .eenige dingen juist in verband daarmede, die hem als opziener der gemeente noodig en nuttig waren te weten.

Het woord van vaderlijk vermaan: oefen u zelf tot Godzaligheid, want de lichamelijfee oefening is tot weinig nut, maar de Godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomstigen levens, " heeft weinig zin en is niet te begrijpen in het verband, waarin het staat, als de „lichamelijke oefening" zorgvuldige verzorging van lichaam en sportieve bezigheden moet beteekenen. Maar bet wordt van beteekenis en in 't verband geheel natuurlijk wanneer men, in aansluiting aan v. 3 er onder verstaat: scese, uiterlijke verrichtingen, om daardoor zich geestelijk te louteren •en te heiligen. Dieze vermaning doet vermoeden, dat Timotheüs zelf wel neiging tot zulke ascese had. Hij onthield zich, tot schade van zijn gezondheid van wijn (1 Tim. 5:23). Thomas van Aquino heeft reeds hierop de aandacht gevestigd: men moet weten, dat deze Timotheüs iemand was, die zich van zeer veel onthield. Daarom beweegt hij (Pau-' lus) hem, om aan de Godzaligheid de voorkeur te geven boven de onthouding."

De Apostel heeft die onthouding maar van weinig beteekenis geacht. Zij kan niet meer dan de zonde beteugelen. Zij houdt terug van uitwendige zonden, maar niet van inwendige zonden. Dje Godzaligheid daarentegen, bet Godeleven met liefde tot Hem in het harte en in vroomheid van levenswandel is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.

Deze Scliriftuurplaats bewijst o.i., dus niets tegen de lichaamsoefening, gymnastiek en sport. De uitwassen hiervan dienen bestredein te worden, bestreden op grond van bet zesde Gebod en daarmede saamhangende plaatsen. Hier beteekent „lichamelijke oefening": ascese, onthouding van spijzen, en van buwelijfe, met bet godsdienstig doel, zich geestelijk te reinigen en in Godzaligheid toe te nemen.

Het is niet te hopen, dat in de Ramer nog eens •weer disputabele teksten in de knel komen. Maar als dat, gelijk bet geval schijnt te zijin, bet eenige jniddel is, om de menseben nog weer eens walcker te krijgen voor de bij den heer Kok verscbijbende Korte verklaring der H. 'Schrift en voor een betere bijbelvertaling, dan zou men het haast gaan wenschen....

Roomsche baast.

We haalden zooeven dr Van Katwijk aan; en dit herinnert ons aan een artikel uit „Dte Sint Laui-en-TOsklok" van 24 Mei '25, waarin het volgende te lezen is:

Een der dingen, waartegen in het Protestantsche kamp mede „geprotesteerd" wordt is onze vereerinjï van de Moedermaagd. D|ie is hun een doorn in 't oog. 'Doch wat moeten zij nu wel gaan denken van hun voorganger, Dr va.n Katwijk, die in de „Westlandsche Kerkbode" o.m. bet volgende scbrijlft:

„Die gedachte, dat Jesus de eenige zoon en bet ©enige kind van. Maria geweest is, ligt zóó in de lijn van de H. Schrift, dat men een ketter als Helvidius moest zijn, om biertegen in verzet te komen. De allerhoogste eere, die aan een vrouw gegeven ban worden, is Maria geworden. Hoogere eere, aan baar bewezen, kan een mensch niet ontvangen. Johannes de Diooper en de Apostelen staan achter baar, die de Moeder des Heeren genoemd is. Protestanten, die "Jesus eeren als den Zoon van God, en belijden, dat Hij is ontvangen uit den H. Geest, mogen die eere niet verkleinen."

Zou dit bet eerste symptoom zijn van een kentering in Protestantsche kringen ten gunste van een booger waardeering der H. Maagd'? God geve bet! Zoo'n eerste stap kan wel eens door meerdere gevolgd worden....

Wat men wil, gelooft men graag. Maar ook wie de opinie van dr Van Katwijk inzake Maria's latere kinderloosheid niet deelt, zal gemakkelijk instemmen met de stelling, dat de Roomsche logica over deze protestantsche uiting nog niet vaardig geworden is. D!at heeft hel artikel van dr Van K. zelf wel duidelijk bewezen, als men het maar in zijn geheel las.

Logica?

Van logica gesproken, men zal ze in een meditatie niet graag aan den dag willen zien treden met al baar kunstverricbtingen, maar nog minder zal men willen missen althans, haar afwezigheid constateeren. Als ik me niet al te zeer vergis, dan verkeeren we in dit laatste geval met deze passage uit een meditatie in „De Waarbeidsvriend" (lang niet een staal van do doorloopende redeneermethode van het blad natuurlijk):

Ten hemel varen!

Die natuurlijke mensch begrijpt er niets van.

Het druiscbt in tegen zijn verstand.

Een hellevaart is logischer, dan een hemelvaart.

De leer der zwaartekracht trekt een lichaam naar beneden, niet naar boven. Hij beeft zoo iets nooit beleefd.

Deze auteur behoort blijkbaar niet tot ben, die de bel op een der sterren zoeken. Maar als bij zoo nadrukkelijk van de zwaartekracht spreekt, en deze min of meer ouderwetsche vinding dus in bet geding brengt inzaice de onderzoeking naar de plaats van de bel (die bier niet als sjeool bedoeld kan zijn) dan kom.en we toch voor vre-emde conclusies te staan. Die bel in elk geval in bet hart der aarde, maar niet buiten den dampkring.... Gelukkig, dat de bedoeling niet zO'O kwaad is, maar men moet niet al te secuur uitpluizen hier.

Jan de Bakker en de litteratuur.

Over Jan de Bakker heeft ds Gunst een reeds zeer geprezen werk geschreven. Het is bet jaar van zijn herdenking. Dit heeft het weekblad „De Gereformeerde Kerk" aanleiding gegeven tot de volgende verzuchting:

Den 15en September a.s. zal het vierhonderd jaar geleden zijn, dat onze Noord-Nederlandsche geloofsgetuige Jan de Bakker door Roomsche banden den vuurdood heeft gevonden.

Reeds vestigden wij: de aandacht op de brochure van Dr Woldendorp te Warmond, die deze geschiedenis voor ons volk nog eens kortelijk beeft beschreven. (Uitgave van H. J. Tak, Nieuwe Haven 24, Den Haag, en prijs 15 cent.) .

Nu willen wij er echter nog eens op wijzen, dat de geschiedenis van Jan de Bakker ook uitvoerig, beschreven is door één onzer meest begaafde Nederlandsche schrijfsters.

Te weten door Mevrouw Bosboom-Toussaint.

In baar werk: „Het buis Lauernesse.”

In den laatsten tijd is bet gewoonte geworden om in onze z.g: „Christelijke" lectuur den geloofsstrijd onzer Vaderen dood te zwijgien of om daarover een valscb licht te werpen.

De reformatie van Dr Kuyper, alias de Afscheiding, d i e vindt in onze Christelijke leesboeken meer '• en meer de eereplaats. Zóó zeer, dat, als gij in uw gezin en gemeente zonder nader onderzoek verspreidt wat de Christehjke pers u als „Christelijke lectuur" aanbiedt, gij vaak achterna zult bemerken, dat gij in de huizen en de harten het zaad der Afscheiding met milde handen hebt gezaaid.

Ons volk beeft echter een andere lectuur noodig!

En daarom wijzen we nu onze Hervormde menschen op het werk van onze gevierde Nederlandsche schrijfster, bij wie geen der hedendaagsche schrijvers en schrijfsters halen kan; wij bedoelen: bet werk van Mevr. Bosboom-Toussaint, getiteld: „Het huis Lauernesse."

Dat moet nu onder ons, vooral in dit jaar, een ieder die van lezen houdt, lezen.

Onze jongelingen en jong e dochters vooraan.

En onze ouderen blijven niet achter.

Want anders, dan wordt het straks 15 September en onze Hervormd© menschen weten wel van. den , ygrooten" Kuyper, maar als van Jan de Bakker sprake is, dan is 't: hé, wie was dat?

En ons Protestantsche volk is dan zelfs niet meer in staat een vaderlandsclien gedenkdag te vieren, omdat het veiigaat van onkunde.

Kuyper en De Balcker, ze hebben niet gedroomd', dat ze zóó nog eens ondaiilcs zichzelf in een concurrentiestrijd zouden gesleept worden. Intusschen vreezen we, dat de grootheid van dr Knyper er niet op verminderen zal voor het besef van ben, die van Jan de Baldcer lezen op rechte wijze en vergelijken de liefde en den ijver, dien hij aan den dag gelegd heeft en den ijver, dien Dir Kuyper heeft betoond voor het bewaren van des Bakkers erfenis. Overigens 279 is bet merkwaardig te hoeren, dat de afscheidingsgedachte al zoo erg in de lectuur doordringt. Laat men nog maar eens wat DOEN; dan krijgt de litteratuur nieuwe motieven.......

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's